ECLI:NL:RBMNE:2021:1799
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen besluit Belastingdienst/Toeslagen
Deze uitspraak betreft het verzet dat opposante heeft ingediend tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep door de rechtbank in een eerdere uitspraak van 16 september 2020. Het beroep was gericht tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 14 april 2020. De zitting vond plaats op 7 april 2021, waarbij de opposante niet aanwezig was, maar haar gemachtigden wel. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard. In de overwegingen van de uitspraak wordt benadrukt dat de rechtbank moet beoordelen of zij destijds terecht heeft geoordeeld dat er geen twijfel was over de uitkomst van de zaak, en dat er dus geen zitting nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aan de opposante is om aan te tonen dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend. De door de opposante overgelegde verklaringen waren niet voldoende om aan te tonen dat het bezwaarschrift op tijd was verzonden. Bovendien was er geen verschoonbare reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift.
De rechtbank concludeert dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak van 16 september 2020 in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati, en is openbaar uitgesproken op 7 april 2021. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.