ECLI:NL:RBMNE:2021:1799

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2021
Publicatiedatum
3 mei 2021
Zaaknummer
UTR 20/2012
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen besluit Belastingdienst/Toeslagen

Deze uitspraak betreft het verzet dat opposante heeft ingediend tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep door de rechtbank in een eerdere uitspraak van 16 september 2020. Het beroep was gericht tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 14 april 2020. De zitting vond plaats op 7 april 2021, waarbij de opposante niet aanwezig was, maar haar gemachtigden wel. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard. In de overwegingen van de uitspraak wordt benadrukt dat de rechtbank moet beoordelen of zij destijds terecht heeft geoordeeld dat er geen twijfel was over de uitkomst van de zaak, en dat er dus geen zitting nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aan de opposante is om aan te tonen dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend. De door de opposante overgelegde verklaringen waren niet voldoende om aan te tonen dat het bezwaarschrift op tijd was verzonden. Bovendien was er geen verschoonbare reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift.

De rechtbank concludeert dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak van 16 september 2020 in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati, en is openbaar uitgesproken op 7 april 2021. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/2012

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

7 april 2021 in de zaak tussen

[opposante] , te [land] , opposante

(gemachtigde: mr. I. Hilgeholt),
en

Belastingdienst/Toeslagen, kantoor Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Noortmann).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat opposante heeft ingediend tegen het besluit van Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Belastingdienst) van 14 april 2020.
In de uitspraak van 16 september 2020 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Opposante is tegen deze uitspraak in verzet gegaan.
De zitting heeft plaatsgevonden op 7 april 2021. Opposante is niet verschenen. De gemachtigden van partijen zijn verschenen.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk mondelinge uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering. In deze zaak moet de rechtbank beoordelen of de rechtbank destijds terecht heeft geoordeeld dat er geen twijfel was over de uitkomst en er dus geen zitting nodig was. De rechtbank kijkt (nog) niet of opposante gelijk heeft met haar beroep. Dat gebeurt pas als de rechtbank oordeelt dat de uitspraak van 16 september 2020 niet juist was.
2. De rechtbank ziet in was opposante aanvoert geen reden om het verzet gegrond te verklaren. Zoals ter zitting besproken is het aan opposante om aan te tonen dat het bezwaarschrift op tijd op de post is gedaan. De rechtbank kan niet vaststellen dat het bezwaarschrift op tijd door eiseres op de post is gedaan omdat dit niet blijkt door de diverse door eiseres overgelegde verklaringen. Ook is niet gebleken van een verschoonbare reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift.
3. Dit betekent dat het verzet ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank van 16 september 2020 in stand blijft.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2020.
de griffier is verhinderd deze rechter
uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep.