ECLI:NL:RBMNE:2021:1738
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning omgevingsvergunning voor tijdelijke bewoning op bedrijventerrein
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting De Verenigde Bedrijven Noordeik (eiseres) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn (verweerder) over de verlening van een omgevingsvergunning. De zaak betreft de verlenging van een tijdelijke vergunning voor bewoning van een bedrijfslocatie voor de duur van drie jaar. Eiseres is van mening dat de vergunning niet verleend had mogen worden, omdat dit in strijd zou zijn met het bestemmingsplan en zou leiden tot parkeeroverlast en belemmeringen voor omliggende bedrijven. Verweerder heeft echter geoordeeld dat de belangenafweging niet kennelijk onredelijk is en dat de gevolgen van de vergunning niet leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen afwijken van het bestemmingsplan. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder eerdere besluiten van verweerder en de argumenten van eiseres. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van alle betrokken partijen en dat de verleende omgevingsvergunning niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.