ECLI:NL:RBMNE:2021:1724
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzetprocedure inzake huurachterstand en ontruiming van een woning
In deze zaak gaat het om een verzetprocedure die is ingesteld door [opposant] tegen een verstekvonnis van 18 februari 2021, waarbij hij was veroordeeld tot betaling van huurachterstand en ontruiming van de woning die hij huurt van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (Natuurmonumenten). De procedure begon met een dagvaarding van Natuurmonumenten op 3 februari 2021, waarin zij betaling van de huurachterstand en ontruiming vorderde. [opposant] had eerder een huurachterstand laten ontstaan en was in kort geding gedagvaard. Na betaling van de achterstand was de procedure ingetrokken, maar hij liet opnieuw een huurachterstand ontstaan, wat leidde tot de huidige procedure.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 april 2021 heeft [opposant] verweer gevoerd tegen de vorderingen van Natuurmonumenten. Hij erkende de huurachterstand, maar betwistte de ontruiming en de buitengerechtelijke kosten. Natuurmonumenten stelde dat [opposant] zich niet als een goed huurder gedroeg en overlast veroorzaakte voor recreanten in het naastgelegen natuurgebied. De voorzieningenrechter oordeelde dat [opposant] in zijn vordering kon worden ontvangen, ondanks de discussie over de ontvankelijkheid van de verzetdagvaarding.
De rechter concludeerde dat de tekortkomingen van [opposant] in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen niet ernstig genoeg waren om de ontruiming te rechtvaardigen. De vordering tot ontruiming werd afgewezen, evenals de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De voorzieningenrechter verklaarde het verzet gegrond, vernietigde het eerdere vonnis en wees de vorderingen van Natuurmonumenten af. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten droeg.