ECLI:NL:RBMNE:2021:1675

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 april 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
UTR - 21 _ 1306
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op demonstratie in Hilversum tijdens coronacrisis

In deze zaak heeft de burgemeester van Hilversum een beoogde demonstratie op 10 april 2021 in het centrum van Hilversum verboden. De burgemeester baseerde dit besluit op de huidige pandemische situatie in de regio, de locatie van de demonstratie en het dynamische karakter ervan. De voorzieningenrechter heeft de burgemeester in zijn besluit gesteund, waarbij hij opmerkte dat de demonstratie door krappe straten zou lopen, waar ook winkels open zijn en een zaterdagmarkt plaatsvindt. Dit zou kunnen leiden tot een vermenging van demonstranten met winkelend publiek, wat een reëel risico voor de volksgezondheid met zich meebrengt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende gemotiveerd had waarom het belang van de gezondheid boven het recht op demonstratie moest worden gesteld. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat een andere burgemeester een vergelijkbare demonstratie wel toestond, werd afgewezen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester het recht op demonstratie mocht verbieden, gezien de omstandigheden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1306
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 april 2021 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
1. de vereniging met gestelde beperkte rechtspersoonlijkheid Police for Freedom,
2. [verzoeker sub 2][woonplaats] ,
verzoekers
(gemachtigde: mr. J.S. Pols),
en

de burgemeester van Hilversum, verweerder

(gemachtigde: P. Defferding).

Procesverloop

In het besluit van 8 april 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder op de kennisgeving van verzoekers van een betoging een verbod gegeven.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting heeft online plaatsgevonden op 9 april 2021. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak op zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
Waar gaat het in deze zaak om?
2. Het gaat in deze zaak om het verbod van het recht op demonstratie van verzoekers. Zij hebben zich bij verweerder gemeld om morgen, zaterdag 10 april 2021 van 12.00 tot 13.30 uur in Hilversum een protestmars te houden met als thema "Vrijheid is geen gevecht maar je grondrecht”. Verzoekers hebben tot doel om de rechtsstaat te behouden en te streven naar saamhorigheid en verbinding. Verder zijn zij bezorgd over de veranderende cultuur binnen de politieorganisaties. Verzoekers willen met 100 tot 200 deelnemers demonstreren door te wandelen door het centrum van Hilversum.
Waarom heeft verweerder het besluit genomen om de demonstratie te verbieden?
3. Het besluit van verweerder vermeldt, kort samengevat, het volgende. In Nederland is momenteel sprake van een coronacrisis. Er heerst een pandemie. De huidige situatie is in de regio Gooi en Vechtstreek en de rest van Nederland geclassificeerd in het hoogste risiconiveau "zeer ernstig". Volgens het coronadashboard van de Rijksoverheid zijn er op dit moment circa 153.621 besmettelijke mensen in Nederland (8 april 2021). In de regio Gooi en Vechtstreek geldt dat er een incidentieniveau is van 238 besmettingen per 100.000 inwoners (30 maart). De laatste tijd stijgt het aantal dagelijkse positieve testen. Het reproductiegetal is 1.01 (22 maart 2021). Vanuit de Veiligheidsregio Midden-Nederland en de GGD is een advies opgesteld voor het beoordelen van manifestaties. Hierbij zijn de locatie, het moment, de omvang en de wijze waarop de demonstratie plaatsvindt belangrijke factoren. Gelet hierop, en met name het dynamische karakter van de aangevraagde demonstratie, en de vele en snel opvolgende ontwikkelingen rond de bestrijding van de Covid-19 pandemie, heeft verweerder besloten om die demonstratie te verbieden.
Waarom zijn verzoekers het hier niet mee eens?
4. Verzoekers hebben, kort samengevat, het volgende aangevoerd. Het besluit van verweerder voldoet niet aan de voorwaarde voor een aangepast demonstratierechtelijk regime. Verder is het besluit gebrekkig gemotiveerd op de punten dat het uitgaat van besmettingsgevaar en dat de 1,5 meter niet zal worden nageleefd. Aantallen besmettingen kunnen volgens verzoekers op meerdere gronden een afwijking van het recht op demonstratie niet dragen. En verweerder motiveert niet waarom in dit geval de veilige 1,5 meterregel niet consequent zou kunnen worden nageleefd. Ook ontbreekt er in het besluit een zorgvuldige belangenafweging tussen de inperking van het grondrecht op demonstratie en het risico voor de volksgezondheid. Tot slot is er strijd met het gelijkheidsbeginsel. De burgemeester van Amersfoort heeft, twintig kilometer verderop, voor vanavond toestemming gegeven voor een fakkeltocht met een vergelijkbare omvang.
Wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?
5. Demonstreren is een grondwettelijk recht. De uitoefening van dat recht kan alleen door de formele wetgever worden beperkt of verboden. Die heeft dat gedaan in de Wet openbare manifestaties. Verweerder heeft bij die wet de bevoegdheid gekregen om het recht op demonstratie te verbieden als dat nodig is ter bescherming van de gezondheid. Gelet op het besluit en de toelichting ter zitting heeft verweerder in dit geval van deze bevoegdheid gebruik gemaakt en een verbod gegeven. Verweerder heeft, anders dan verzoekers stellen, het reguliere demonstratierechtelijke regime toegepast.
6. De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat verweerder op basis van de nu voor handen zijnde stukken de door verzoekers aangevraagde demonstratie heeft mogen verbieden ter bescherming van de gezondheid. Daarbij heeft verweerder de huidige situatie van de pandemie in zijn regio, het moment, de locatie en het dynamische karakter van de boogde demonstratie van belang mogen vinden. Uit het afwegingskader demonstraties van het Veiligheidsberaad blijkt ook dat lopend demonstreren een hoger risico met zich brengt voor de gezondheid. De demonstratie is gepland voor morgen, zaterdag, en ter zitting is gebleken dat de route van de demonstratie door het centrum van Hilversum loopt, waar sprake is van krappe straten, waar op dat moment winkels zijn geopend en ook tegelijk de zaterdagmarkt wordt gehouden. Hierdoor bestaat een reële kans op vermenging van de deelnemers aan de demonstratie met het winkelend publiek. Voor motiveringsgebreken op de betwiste punten van het besmettingsgevaar en de door verweerder gestelde niet naleving van de 1,5 meterregel, ziet de voorzieningenrechter naar zijn voorlopig oordeel geen aanleiding. Dat geldt ook voor het betoog dat een zorgvuldige belangenafweging ontbreekt. Die afweging is voldoende inzichtelijk. En dat verweerder onder de huidige omstandigheden het belang van de bescherming van de gezondheid in dit geval boven het recht op demonstratie heeft gesteld, vindt de voorzieningenrechter niet onzorgvuldig. Overigens heeft verweerder ter zitting te kennen gegeven dat hij bereid is met verzoekers te onderzoeken of een meer statische demonstratie mogelijk is op een daarvoor geschikte locatie binnen zijn gemeente waar de 1,5 meter afstand in acht kan worden genomen.
7. Tot slot bestaat voor het aannemen van strijd met het gelijkheidsbeginsel geen grond. Niet is gebleken dat sprake is van gelijke gevallen. Weliswaar is de fakkeltocht ook een tocht door het centrum van een grote stad, maar een relevant verschil met de nu aangevraagde demonstratie is dat bij de fakkeltocht sprake is van enkele tientallen deelnemers en geen 100 tot 200. Ook vindt deze tocht plaats op een vrijdagavond en is niet gebleken dat op dat moment de winkels open zijn en er een markt is. Dat de burgemeester van Amersfoort bij zijn besluit dit toe te staan mogelijk de gemaakte afspraken over dynamische demonstraties in de veiligheidsregio schendt, maakt verder niet dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel daarom kan slagen.
8. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat verweerder het recht op demonstratie van verzoekers mocht verbieden, zoals hij heeft gedaan.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 april 2021 door mr. M.P. Glerum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.