ECLI:NL:RBMNE:2021:1674

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
C/16/519372 / KL ZA 21-75
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op openbaarmaking van televisieprogramma 'Gestalkt' en bescherming van persoonlijke levenssfeer van eisers

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, hebben eisers [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] een kort geding aangespannen tegen [gedaagde sub 1] en Talpa TV B.V. naar aanleiding van de voorgenomen uitzending van het televisieprogramma 'Gestalkt'. De eisers vorderen een verbod op de openbaarmaking van de aflevering waarin zij als slachtoffers van stalking worden belicht, omdat zij vrezen voor ernstige schade aan hun reputatie en persoonlijke levenssfeer. De achtergrond van de zaak betreft een complexe juridische strijd tussen [eiser sub 1] en zijn ex-partner [A], die na hun relatie in 2017 in een conflict zijn verwikkeld over omgang met hun minderjarige zoon. Beide partijen hebben elkaar beschuldigd van stalking en andere misstanden, wat heeft geleid tot diverse aangiftes bij de politie.

De voorzieningenrechter heeft de belangen van de partijen afgewogen. Aan de ene kant staat het recht van de eisers op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer en goede naam, en aan de andere kant het recht van de gedaagden op vrijheid van meningsuiting en het informeren van het publiek over het probleem van stalking. De rechter oordeelt dat de vorderingen van de eisers niet volledig kunnen worden toegewezen, maar dat er wel aanleiding is om te bepalen dat de eisers in de uitzending onherkenbaar in beeld moeten worden gebracht. Dit om hun privacy te waarborgen, gezien de dreiging van eerwraak en de mogelijke gevolgen van de uitzending voor hun persoonlijke en sociale leven.

De rechter heeft de gedaagden veroordeeld tot het betalen van een dwangsom voor iedere keer dat zij niet voldoen aan de hoofdveroordeling om de eisers onherkenbaar in beeld te brengen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 16 april 2021 door mr. F.C. Burgers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/519372 / KL ZA 21-75
Vonnis in kort geding van 16 april 2021
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna: [eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
hierna: [eiseres sub 2] ,
eisers,
hierna ook: [eiser sub 1] c.s.,
advocaat mr. M. van Mourik te Groningen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: [gedaagde sub 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TALPA TV B.V.,
gevestigd te Hilversum,
hierna: Talpa,
gedaagden,
hierna ook: [gedaagde sub 1] c.s.,
advocaat mr. M.C.S. de Boer te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen met producties 1 tot en met 11,
  • de producties 12 tot en met 27 van [eiser sub 1] c.s.,
  • de producties 1 tot en met 14 van [gedaagde sub 1] c.s.,
  • de pleitnota van [eiser sub 1] c.s.,
  • de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s.
1.2.
Op 8 april 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Partijen hebben om een vonnis gevraagd, waarna de voorzieningenrechter heeft bepaald dat vandaag uitspraak zal worden gedaan.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[eiser sub 1] heeft een relatie gehad met mevrouw [A] . Na hun uiteengaan in 2017 zijn zij in een juridische strijd verwikkeld geraakt over omgang tussen [eiser sub 1] en hun minderjarige zoon. Volgens [eiser sub 1] c.s. is [A] [eiser sub 1] na het verbreken van de relatie gaan volgen en lastigvallen (ook via social media) en een half jaar later zijn nieuwe vriendin [eiseres sub 2] ook en neemt dit steeds ernstiger vormen aan. Zij hebben in de afgelopen jaren diverse meldingen en aangiftes gedaan bij de politie van stalking, vernieling en bedreiging. [A] heeft op haar beurt ook diverse meldingen en aangiftes van stalking gedaan tegen [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] .
2.2.
[gedaagde sub 1] ontwikkelt en produceert televisieprogramma’s, waaronder het programma “Gestalkt”, dat wordt geëxploiteerd door Talpa en wordt uitgezonden op televisiezender SBS6. In dat programma wordt aandacht besteed aan de positie van slachtoffers van stalking en de impact die stalking heeft op slachtoffers en hun omgeving. Door stalkers met hun gedrag te confronteren wordt geprobeerd het stalken te laten stoppen. Volgens [gedaagde sub 1] c.s. draagt het programma bij aan het bewustzijn bij het publiek en de overheid over de ernst van de misstand stalking.
2.3.
[eiseres sub 2] is in contact gekomen met [gedaagde sub 1] . Zij heeft afgesproken met een redacteur van het programma “Gestalkt” op 23 september 2020 bij een café om de mogelijke deelname van [eiseres sub 2] en [eiser sub 1] aan dat programma te bepreken als slachtoffers van stalking door [A] . Toen heeft een cameraploeg onaangekondigd opnames gemaakt van [eiseres sub 2] waarbij zij is geconfronteerd met de tegen haar geuite beschuldiging van stalking van [A] . Op een andere locatie zijn ook van [eiser sub 1] opnames gemaakt waarbij hij is geconfronteerd met de tegen hem geuite beschuldiging van stalking van [A] .
2.4.
[gedaagde sub 1] c.s. wil in de aflevering van “Gestalkt” van 20 april 2021 aandacht besteden aan deze zaak, waarin [A] als slachtoffer centraal zal staan, en dan zullen ook de op 23 september 2020 gemaakte opnames worden uitgezonden. [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] hebben daar geen toestemming voor gegeven. Zij willen niet dat de aflevering wordt uitgezonden, omdat de beschuldiging van stalking volgens hen onterecht is en zij door de uitzending ernstig en onevenredig in hun belangen zullen worden geschaad. Zij vrezen voor eerwraak en voor psychische, sociale en financiële gevolgen.
2.5.
[eiser sub 1] en [eiseres sub 2] vorderen daarom kort gezegd:
  • [gedaagde sub 1] c.s. te verbieden deze aflevering openbaar te maken,
  • dan wel [gedaagde sub 1] c.s. te bevelen [eiser sub 1] , [eiseres sub 2] en [A] in de aflevering in beeld en stem onherkenbaar te maken,
  • dan wel [gedaagde sub 1] c.s. te bevelen aan het eind van de aflevering een conclusie te monteren waarin uiteengezet wordt dat uit onderzoek is gebleken dat [A] [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zelf lange tijd heeft gestalkt en dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] geen toestemming hebben gegeven voor de uitzending en dat onderdelen van de aflevering volgens hen onjuist zijn,
  • dan wel [gedaagde sub 1] c.s. te bevelen [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] in de aflevering in beeld en stem onherkenbaar te maken,
  • alles op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in de proceskosten en de nakosten.
2.6.
[gedaagde sub 1] c.s. voert hiertegen verweer.

3.De beoordeling

Spoedeisend belang

3.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vorderingen en is ook niet betwist.
Juridisch kader
3.2.
Het gaat in deze zaak om een botsing van fundamentele rechten. Aan de kant van [eiser sub 1] c.s. het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, waaronder de eer en goede naam en het belang om niet op lichtzinnige wijze te worden blootgesteld aan ernstige beschuldigingen zoals stalking, die zijn gebaseerd op onjuiste dan wel onvolledige feiten of suggesties. Aan de kant van [gedaagde sub 1] c.s. het recht op vrijheid van meningsuiting en het belang om met het programma “Gestalkt” een rol te vervullen in het informeren over en assisteren bij het oplossen van het brede maatschappelijke probleem stalking door misstanden aan de kaak te stellen en het publiek voor te lichten en zo nodig te waarschuwen.
3.3.
Toewijzing van één van de vorderingen van [eiser sub 1] c.s. leidt tot een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting van [gedaagde sub 1] c.s. zoals neergelegd in artikel 10 lid 1 EVRM. Dit recht kan op grond van het tweede lid van dat artikel alleen worden beperkt als die beperking in de wet is geregeld en in een democratische samenleving noodzakelijk is ter bescherming van onder andere de goede naam of de rechten van anderen. Van zo’n beperking is sprake als de publicatie een zodanige inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van [eiser sub 1] c.s. zoals neergelegd in artikel 8 lid 1 EVRM, dat deze als onrechtmatig moet worden aangemerkt in de zin van artikel 6:162 BW.
3.4.
Welk recht uiteindelijk zwaarder weegt, hangt af van aan wiens belang in de gegeven omstandigheden meer gewicht toekomt. Bij de weging van beide in beginsel gelijkwaardige belangen is onder meer relevant:
  • i) de aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben,
  • ii) de ernst - bezien vanuit het algemeen belang - van de misstand die aan de kaak wordt gesteld,
  • iii) de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal,
  • iv) de totstandkoming en inkleding van de uitlatingen,
  • v) het gezag dat het medium waarop de uitlatingen zijn gepubliceerd geniet en
  • vi) de maatschappelijke positie van de betrokken persoon. Welke omstandigheden van toepassing zijn en welk gewicht daaraan moet worden toegekend, hangt af van het concrete geval.
Belangenafweging
3.5.
Het belang van [gedaagde sub 1] c.s. weegt in dit geval zwaarder dan het belang van [eiser sub 1] c.s. Daarvoor is het volgende redengevend.
3.6.
Stalking is in zijn algemeenheid een vorm van een ernstige misstand. In de voorgenomen aflevering van “Gestalkt” van 20 april 2021 ziet de beschuldiging volgens [gedaagde sub 1] c.s. niet op stalking waarbij het slachtoffer fysiek gevaar loopt, maar op stalking in de vorm van een jarenlange lastercampagne, waarbij het slachtoffer online wordt lastiggevallen en zwart gemaakt en er onder privé en zakelijke contacten van het slachtoffer laster wordt verspreid. Ook dat is naar het oordeel van de voorzieningenrechter een maatschappelijk probleem en een misstand die de samenleving raakt. Dat het gaat om een zaak tussen ex-partners en de nieuwe partner van een van hen, maakt dit niet anders, nu stalking vaak in de relationele sfeer plaatsvindt. Het feit dat de stalking die in de aflevering wordt belicht na de confrontatie zou zijn gestopt, doet niet af aan het belang bij uitzending. Het belang om de misstand aan het publiek kenbaar te maken blijft immers bestaan. Daarbij heeft [gedaagde sub 1] c.s. aangevoerd dat het uitzenden van de afleveringen eraan bijdraagt dat het stalken blijvend stopt.
Standpunt [gedaagde sub 1] c.s.
3.7.
Volgens [gedaagde sub 1] c.s. zal in de aflevering centraal staan dat [A] stelselmatig hinderlijk (online) wordt gevolgd door [eiser sub 1] en vooral [eiseres sub 2] en dat zij allerlei personen rond [A] benaderen om haar zwart te maken en te beschuldigen van onder meer stalking en het smeden van een moordcomplot tegen hen. [gedaagde sub 1] stelt uitgebreid en zorgvuldig onderzoek te hebben gedaan, waarbij ook de door [eiser sub 1] c.s. verstrekte stukken zijn betrokken. Op grond van de verzamelde bewijzen, waarvan een deel is overgelegd, heeft [gedaagde sub 1] geconcludeerd dat de geuite beschuldiging voldoende steun vindt in de feiten en dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] in deze zaak de werkelijke stalkers zijn. In de aflevering zullen volgens [gedaagde sub 1] c.s. alleen feiten gepresenteerd waarvoor bewijs is gevonden en worden geen aannames gedaan. Verder zal daarin voldoende aan de orde komen dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] ontkennen dat zij schuldig zijn aan stalking en dat volgens hen [A] de stalker is.
Standpunt [eiser sub 1] c.s.
3.8.
[eiser sub 1] c.s. voeren aan dat uit eerdere uitzendingen van “Gestalkt” blijkt dat alles wordt gevormd rond het verhaal van het slachtoffer en dat alleen bewijs wordt gebruikt dat dat verhaal bevestigd. De stalker wordt niet geïnterviewd en zijn of haar kant van het verhaal wordt niet uitgezocht of verteld. Door deze werkwijze en vormgeving wordt er een onjuist beeld van de feiten getoond. Volgens [eiser sub 1] c.s. nam [A] iedere keer het initiatief tot contact en zocht zij de confrontatie op en zijn de acties van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] reacties daarop geweest.
Motivering oordeel
3.9.
Het dossier geeft aanleiding om ervan uit te gaan dat er tussen [eiser sub 1] , [eiseres sub 2] en [A] veel ruzies en confrontaties zijn geweest en dat zij in dat kader elkaar over en weer via onder meer social media hebben lastig gevallen en daarbij ook derden hebben betrokken. Dit laat onverlet dat er door [gedaagde sub 1] c.s. voldoende bewijstukken en verklaringen zijn overgelegd die rechtvaardigen dat de zaak is onderzocht vanuit het gekozen perspectief. Zo blijkt uit de producties 1a tot en met 4b en 8 dat allerlei zakelijke en privé contacten van [A] door [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zijn benaderd, waarbij beschuldigingen over [A] zijn geuit en zij in een kwaad daglicht is gesteld. Ter zitting is erkend dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] die acties hebben ondernomen. [gedaagde sub 1] c.s. heeft daarmee ook aannemelijk gemaakt dat de in de aflevering geuite beschuldiging voldoende steun vindt in het feitenmateriaal waarover [gedaagde sub 1] c.s. beschikt. Verder heeft [gedaagde sub 1] c.s. aangegeven dat in de aflevering duidelijk zal worden gemaakt dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zich op het standpunt stellen dat zij juist worden gestalkt door [A] .
3.10.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft gemotiveerd betwist dat [eiseres sub 2] - zoals zij stelt - op 23 september 2020 direct is belaagd door de presentatrice, op indringende en agressieve wijze is beschuldigd en is gedwongen om voor de camera te verklaren dat zij zou stoppen met het stalken, omdat zij anders niet weg mocht. Volgens [gedaagde sub 1] c.s. heeft de redacteur de zaak eerst rustig met [eiseres sub 2] besproken en haar de kans gegeven haar verhaal te doen en bewijs te laten zien. Daarna is de presentatrice erbij gekomen en heeft [eiseres sub 2] nogmaals alle ruimte gehad om haar kant van het verhaal te vertellen en haar beschuldigingen te onderbouwen. De presentatrice heeft toen gezegd dat uit onderzoek naar voren is gekomen dat [eiseres sub 2] juist de stalker is. [eiseres sub 2] heeft dit ontkend en [eiser sub 1] gebeld. Vervolgens is zij opgestapt. Zij is daarbij niet tegengehouden. De presentatrice en de gearriveerde cameraploeg zijn met haar meegelopen een winkelstraat in. Uit de beelden blijkt volgens [gedaagde sub 1] c.s. dat zij [eiseres sub 2] niet in de weg hebben gelopen, hebben tegengehouden of klemgezet. Nadat de presentatrice heeft gezegd dat [eiseres sub 2] moet stoppen met stalken en [eiseres sub 2] heeft gezegd dat zij dat zal doen, zijn de presentatrice en de cameraploeg gestopt met meelopen. Van enige dwang is geen sprake geweest, aldus [gedaagde sub 1] c.s. [eiser sub 1] c.s. heeft deze feitelijke beschrijving van de gang van zaken op 23 september 2020 niet tegengesproken, zodat niet aannemelijk is dat [eiseres sub 2] bij de confrontatie is geïntimideerd of is gedwongen tot het afleggen van een verklaring.
3.11.
[eiseres sub 2] heeft er om haar moverende redenen voor gekozen voorafgaand aan de afspraak op 23 september 2020 geen bewijsstukken naar de redactie te sturen, terwijl daar wel meerdere keren om is gevraagd. Tijdens die afspraak heeft zij wel bewijsstukken kunnen tonen en toelichten. Voorstelbaar is dat [eiseres sub 2] tijdens de confrontatie was overdonderd en daarom niet goed of volledig op de geuite beschuldiging heeft kunnen reageren. Vast staat echter dat [eiser sub 1] c.s. ook daarna door [gedaagde sub 1] in de gelegenheid is gesteld om bewijs te leveren waaruit volgens hen blijkt dat de geuite beschuldiging onjuist is. Daar is deels gebruik van gemaakt door middel van de brief van mr. Van Mourik van
21 januari 2021. Dat [gedaagde sub 1] c.s. nader onderzoek heeft gedaan aan de hand van de door [eiser sub 1] c.s. verstrekte bewijstukken is niet weersproken. Daarmee is er voldoende gelegenheid geweest voor wederhoor.
3.12.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft aangegeven dat er maatregelen zijn genomen om de privacy van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zoveel mogelijk te beschermen. Zo zijn in de aflevering hun gezichten geblurd, worden hun voornaam en achternaam, hun woonplaats en de naam van de zoon van [eiser sub 1] en [A] niet genoemd, komen huizen en kentekens niet in beeld en is de winkel van [eiser sub 1] onherkenbaar gemaakt. [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] vrezen dat dit niet voldoende is, omdat [A] wel herkenbaar in beeld zal zijn, zij veel persoonlijke informatie over hen zal vertellen en er reconstructies zullen worden getoond van bepaalde situaties. Bovendien wordt de voornaam van [A] wel genoemd en wordt vermeld dat zij een zoon heeft met haar ex partner en dat zij van skateboarden houdt. Omdat [eiser sub 1] een bekend persoon is in de skatewereld en een skateshop heeft, waarvan er maar zes zijn in Nederland, zal de zaak daardoor alsnog makkelijk tot hen herleidbaar zijn, aldus [eiser sub 1] c.s.
3.13.
Nu [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] niet herkenbaar in beeld zullen worden gebracht, hun naam en woonplaats niet zullen worden genoemd en hun huis en winkel en dergelijke niet herkenbaar zullen worden getoond, is het voldoende aannemelijk dat zij niet door het algemene publiek zullen worden herkend. In zoverre is hun privacy voldoende gewaarborgd. Dat is mogelijk anders voor personen uit de directe omgeving van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] . Zij zullen hen aan de hand van de informatie die in de aflevering wordt verstrekt misschien kunnen herkennen. Er kan echter worden aangenomen dat die personen al in enige mate van de kwestie op de hoogte zijn en dat dat mede het gevolg is van het eigen handelen van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] . Wel is er met het oog op de voldoende onderbouwde dreiging van eerwraak aanleiding om de stem van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] te laten vervormen. Dit om de kring van personen die hen zullen kunnen herkennen zo klein mogelijk te maken.
3.14.
De voorzieningenrechter concludeert na afweging van de wederzijdse belangen dat het niet aannemelijk is dat een bodemrechter - later oordelend - zal beslissen dat de uitzending van de aflevering onrechtmatig is tegenover [eiser sub 1] c.s. De vorderingen komen daarom niet voor toewijzing in aanmerking, met uitzondering van het meest subsidiair gevorderde vanwege de in 3.13. genoemde reden. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
Proceskosten
3.15.
Nu partijen ieder voor een deel in het gelijk en voor een deel in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
gebiedt [gedaagde sub 1] en Talpa om [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] in de aflevering van het programma “Gestalkt” die op 20 april 2021 zal worden uitgezonden dan wel op andere wijze openbaar zal worden gemaakt, in beeld en stem onherkenbaar in beeld te brengen en te houden,
4.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en Talpa om aan [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere keer dat zij niet aan de in 4.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, en voor iedere dag dat dat voortduurt, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Burgers en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2021. [1]

Voetnoten

1.type: ID/4198