Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaardingen met producties 1 tot en met 11,
- de producties 12 tot en met 27 van [eiser sub 1] c.s.,
- de producties 1 tot en met 14 van [gedaagde sub 1] c.s.,
- de pleitnota van [eiser sub 1] c.s.,
- de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s.
2.Waar gaat het over?
- [gedaagde sub 1] c.s. te verbieden deze aflevering openbaar te maken,
- dan wel [gedaagde sub 1] c.s. te bevelen [eiser sub 1] , [eiseres sub 2] en [A] in de aflevering in beeld en stem onherkenbaar te maken,
- dan wel [gedaagde sub 1] c.s. te bevelen aan het eind van de aflevering een conclusie te monteren waarin uiteengezet wordt dat uit onderzoek is gebleken dat [A] [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zelf lange tijd heeft gestalkt en dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] geen toestemming hebben gegeven voor de uitzending en dat onderdelen van de aflevering volgens hen onjuist zijn,
- dan wel [gedaagde sub 1] c.s. te bevelen [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] in de aflevering in beeld en stem onherkenbaar te maken,
- alles op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in de proceskosten en de nakosten.
3.De beoordeling
Spoedeisend belang
- i) de aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben,
- ii) de ernst - bezien vanuit het algemeen belang - van de misstand die aan de kaak wordt gesteld,
- iii) de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal,
- iv) de totstandkoming en inkleding van de uitlatingen,
- v) het gezag dat het medium waarop de uitlatingen zijn gepubliceerd geniet en
- vi) de maatschappelijke positie van de betrokken persoon. Welke omstandigheden van toepassing zijn en welk gewicht daaraan moet worden toegekend, hangt af van het concrete geval.