Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 maart 2021 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats], eiser
.
Procesverloop
Overwegingen
- [adres 2] te [woonplaats], verkocht op 14 december 2018 voor € 705.000,-
- [adres 3] te [woonplaats], verkocht op 9 maart 2017 voor € 740.000,-
- [adres 4] te [woonplaats], verkocht op 11 februari 2019 voor € 807.500,-
- [adres 5], verkocht op 5 mei 2019 voor € 1.250.000,-.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- stelt de waarde van de woning vast op € 560.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2018 en bepaalt dat verweerder de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig vermindert;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden.
mr. P.M.J.H. Muijlaert, griffier. De beslissing is uitgesproken op 25 maart 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de uitspraak te ondertekenen