ECLI:NL:RBMNE:2021:1635
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen niet-ontvankelijk verklaring van het college inzake ontheffing bestemmingsplan voor tweewielerbedrijf
In deze zaak hebben vader [eiser 1] en zoon [eiser 2], die een tweewielerbedrijf exploiteren in [woonplaats], bezwaar gemaakt tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun verzoek om ontheffing van het bestemmingsplan door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten. Vader heeft een persoonlijke gedoogbeschikking, maar het college heeft geweigerd om ook aan zoon [eiser 2] een gedoogbeschikking te verlenen. Na een schriftelijk verzoek om ontheffing, dat door het college als niet aan de wettelijke eisen van een aanvraag voldaan werd verklaard, hebben eisers geprobeerd hun verzoek te kwalificeren als een principeverzoek. Het college heeft echter in een brief van 11 december 2019 aangegeven dat het verzoek niet voldoet aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op een digitale zitting en moest de vraag beantwoorden of de reactie van het college van 11 december 2019 als een besluit kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat dit niet het geval is, omdat er geen sprake is van een aanvraag in de zin van de Awb. De rechtbank legt uit dat een bestuurlijk rechtsoordeel, zoals door eisers betoogd, ook niet gelijkgesteld kan worden met een besluit. De rechtbank oordeelt dat het voor eisers niet onevenredig bezwarend is om een omgevingsvergunning aan te vragen en een eventueel geschil daarover bij de bestuursrechter aan de orde te stellen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de brief van het college geen besluit is waartegen bezwaar kan worden ingediend. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed en zal openbaar worden gemaakt.