ECLI:NL:RBMNE:2021:1473

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
13 april 2021
Zaaknummer
20/4537
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder te laat heeft beslist en dat eiseres verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de relevante wetgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht, in overweging genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 17 maart 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/4537

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: L.B.J. Vrolijk)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Niet in geschil is dat verweerder te laat is met het nemen van een beslissing op de aanvraag van eiseres. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld en verweerder heeft inmiddels de volledige dwangsom van € 1.442,- betaald aan eiseres.
4. Omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder beroept zich in zijn verweerschrift van 31 december 2020 op overmacht. Verzekerde woont in Turkije en de verzekeringsarts vindt het noodzakelijk dat verzekerde naar Nederland wordt opgeroepen om beoordeeld te worden en om een expertise te laten verrichten. Dit is onmogelijk gezien de huidige maatregelen rondom het coronavirus. Verweerder kan dan ook niet aangeven op welke termijn er een beslissing verwacht kan worden.
5. Eiseres heeft hier op 24 februari 2021 op gereageerd. Zij stelt dat voor Turkije code oranje geldt en dat daarmee noodzakelijke reizen zijn toegestaan. Ook de quarantaineplicht ziet eiseres niet als een zwaarwegende reden om van de reis af te zien of af te zien van een tijdige beslissing.
6. De rechtbank is het met eiseres eens dat verweerder moet beslissen. Het is aan verweerder om te bepalen of hij dat doet door verzekerde naar Nederland op te roepen of op een andere wijze. De rechtbank bepaalt dat verweerder dit moet doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak (artikel 8:55d, lid 1, van de Awb).
7. De rechtbank bepaalt dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden door verweerder. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.
8. Het beroep is kennelijk gegrond (artikel 8:54 van de Awb). Dat betekent ook dat eiseres een vergoeding krijgt voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht is dit een vast bedrag omdat eiseres een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor haar een beroepschrift in te dienen. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 267,-.
9. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht aan eiseres betalen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
-vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiseres heeft betaald moet betalen;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 267,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 17 maart 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.