In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder te laat heeft beslist en dat eiseres verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de relevante wetgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht, in overweging genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 17 maart 2021.