Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
- het psychiatrisch en psychologisch onderzoek van 27 juli 2020;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 7 december 2020.
- meewerken aan een behandeling bij De Waag, in de vorm van Topzorg, en - indien dit nodig blijkt - ook bij Jellinek ten aanzien zijn (verslavings)problematiek, voor zolang de jeugdreclassering dat nodig vindt;
- meewerken aan de begeleiding vanuit Ocura Gooi en Vechtstreek, in de vorm van een buddycoach;
- zich houden aan de aanwijzingen ten aanzien van het hebben van een dagbesteding.
9.VORDERING TENUITVOERLEGGING
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht (98 dagen) op de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot de
- bepaalt dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
- als voorwaarden gelden dat veroordeelde:
- waarbij aan De Jeugd- en Gezinsbeschermers te Bussum opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en [verdachte] ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de jeugdreclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging toe;
- gelast in plaats van de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 19 februari 2019 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden het verrichten van een werkstraf voor de duur van 120 uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de werkstraf wordt vervangen door twee maanden jeugddetentie;