2.9.Aan haar vorderingen legt [eiseres] ten grondslag dat [gedaagde sub 1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Die tekortkomingen bestaan volgens [eiseres] uit het volgende:
[gedaagde sub 1] heeft de beheerder en tevens echtgenoot van [eiseres] , de heer [B] geslagen (in 2018). [gedaagde sub 1] en/of zijn personeel hebben (in 2018) haar echtgenoot en haar zoon, [A] , bedreigd en geïntimideerd. Dit heeft geleid tot stress gerelateerde gezondheidsproblemen die als het conflict tussen partijen weer oplaait sterkt toeneemt waardoor zij haar werk in de gezondheidszorg niet kan uitvoeren;
[gedaagde sub 1] laat vanaf half 2017 de toegewezen beheerders (de echtgenoot en de zoon) niet meer toe in het gehuurde en sinds maart 2018 ook niet rondom het gehuurde. Hierdoor heeft zij geen onderhoud kunnen plegen aan het gehuurde en geen lekkages kunnen verhelpen. [eiseres] heeft daarom een procedure moeten voeren om toegang te krijgen (dit heeft geleid tot het vonnis van 9 september 2020);
[gedaagde sub 1] heeft op 16 november 2017, 1 april 2018, 28 november 2019 en mei 2020 ten onrechte de huur ingehouden en verrekend;
[gedaagde sub 1] heeft de inpandige verbouwingen niet conform de vergunde omgevingsvergunning uitgevoerd. Hij schiet hiermee tekort in de nakoming van artikel 12 van de huurovereenkomst. De vergunningsaanvraag is een onderdeel van de huurafspraken die in overleg met partijen tot stand is gekomen. Ook heeft [gedaagde sub 1] tot op heden zijn deel van de leges niet aan [eiseres] betaald;
[gedaagde sub 1] gebruikt zonder titel een perceel aangrenzend aan het perceel dat hij huurt. Over deze kwestie procederen partijen bij de rechtbank Rotterdam;
[gedaagde sub 1] heeft gedurende een bepaalde periode een deel van het perceel onderverhuurd aan een derde partij voor de exploitatie van blokhutboten. Dit is in strijd met artikel 6 van de Algemene Bepalingen;
er zij veiligheidsrisico’s. Zo heeft [gedaagde sub 1] pas 17 maanden na opening van het hotel/restaurant voldaan aan de wettelijke eisen van de brandmeldingsinstallatie;
vanaf de opening van het hotel in mei 2017 worden onafgesloten plastic containers naast/tegen de gevel geplaatst naast de hoofdingang. Dit is brandgevaarlijk en een tekortkoming van [gedaagde sub 1] om zich als goed huurder te gedragen. Daarnaast is [eiseres] hierdoor mogelijk niet verzekerd bij brand;
[gedaagde sub 1] verplaatst regelmatig grond en klei. Dit is gevaarlijk omdat het de beschermingszone van (deels) een dijk betreft en dit wordt gedaan zonder vereiste vergunningen en/of verplichte clickmeldingen;
[gedaagde sub 1] neemt de oude keuken bedrijfsmatig in gebruik zonder de wettelijke verplichte vetput aan te brengen, wat heeft geleid tot een milieucalamiteit. [gedaagde sub 1] heeft geen melding gedaan van die milieucalamiteit en heeft geweigerd via een erkend bedrijf de riolering/leidingen te reinigen of een inspectie te laten doen;
[gedaagde sub 1] gebruikt het privéterras aan de [.] zijde van het pand voor zijn bedrijfsmatige bevoorrading en opslag. Hij heeft hiervoor gegraven in de dijk, grond verplaatst en verharding aangebracht. Dit is niet veilig en mag niet. Het terras is hier niet op doorberekend;
[gedaagde sub 1] heeft zonder toestemming/instemming van [eiseres] veel aanpassingen aan het gehuurde gedaan (gat in het dak, gaten in fundering, inpandige trap souterrain verwijderd en trapgat dichtgemaakt, kwelwaterput volgestort met beton). Daardoor is ook lekkage ontstaan;
[gedaagde sub 1] heeft de ruimte onder het balkon op souterrain niveau dichtgemaakt en heeft daarmee zonder omgevingsvergunning en zonder toestemming van [eiseres] het pand vergroot met 50 m3. Dit is in strijd met artikel 1.1. van de huurovereenkomst en de artikelen 9 en 13 van de Algemene Bepalingen;
[gedaagde sub 1] heeft zonder toestemming de trap van het balkon naar het terras verwijderd en/of verplaatst. Dit levert strijd op met artikelen 12 van de huurovereenkomst en 13 van de Algemene Bepalingen;
[gedaagde sub 1] heeft op het balkon op souterrain niveau zonder afstemming met [eiseres] en in strijd met brandvoorschriften en gebruiksvoorschriften een terras gecreëerd en ook als zodanig in gebruik genomen;
[gedaagde sub 1] heeft bouwwerken en/of gebouwen opgericht zonder toestemming van [eiseres] en in strijd met het bestemmingsplan;
[gedaagde sub 1] heeft zonder toestemming van [eiseres] op de eerste verdieping aan de achterkant hekwerken aan de buitengevel aangebracht en de kosten hiervoor in mindering gebracht op de huur;
[gedaagde sub 1] heeft zonder toestemming van [eiseres] een constructievloer opengebroken, waarbij wapening zichtbaar is geworden. Dit is in strijd met artikel 13 van de Algemene Bepalingen en artikel 12 van de huurovereenkomst;
[gedaagde sub 1] heeft zonder afstemming en omgevingsvergunning een aanlegsteiger gebouwd aan de [naam rivier] en er zijn reclame- en airco-units aangebracht aan de buitengevel.
Volgens [eiseres] zijn deze tekortkomingen van dien aard dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigen. Vooruitlopend op een eventuele ontbinding van de huurovereenkomst vordert [eiseres] nu al ontruiming van het gehuurde door [gedaagde sub 1] . Zij stelt dat van haar niet langer gevergd kan worden dat zij het genot van het gehuurde aan [gedaagde sub 1] moet verschaffen. Volgens [eiseres] is de relatie tussen partijen ook blijvend verstoord. Daarnaast is volgens [eiseres] sprake van slecht ondernemerschap die ook een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst oplevert en kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst.
Ten slotte stelt [eiseres] dat [gedaagde sub 1] zonder voldoende overleg ondeskundige verbouwingen heeft uitgevoerd die tot schade aan het gehuurde hebben geleid. [eiseres] begroot zijn schade conform een begroting door [onderneming 1] op € 348.855,41 en vordert dit bedrag bij wijze van voorschot.
Wat vordert [gedaagde sub 1] ?