Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Installeren van een openhaard of houtkachel Voorwaarde: rookkanaal is hiervoor geschikt.”
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de stichting De Alliantie, als eisende partij, een kort geding aangespannen tegen een huurder, aangeduid als [gedaagde], met als doel het verkrijgen van toestemming voor het uitvoeren van verduurzamingswerkzaamheden aan de woning van de huurder. De Alliantie vorderde onder andere het onklaar maken van een kolenkachel en het dichtzetten van de schoorsteen, alsook het verlenen van toegang tot de woning voor de uitvoering van deze werkzaamheden. De huurder had eerder ingestemd met een verduurzamingsplan, maar weigerde medewerking te verlenen toen de Alliantie de kolenkachel wilde verwijderen.
De kantonrechter heeft de vordering van De Alliantie afgewezen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechter oordeelde dat De Alliantie niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat het verwijderen van de kolenkachel noodzakelijk was voor de veiligheid, en dat er geen levensbedreigende situatie was. Bovendien had De Alliantie nagelaten om duidelijk te maken welke werkzaamheden al waren uitgevoerd en welke nog niet, waardoor de vordering als onvoldoende bepaald werd beschouwd. De rechter benadrukte dat het op de weg van De Alliantie lag om haar stellingen te onderbouwen met bewijs, wat niet was gebeurd. De Alliantie werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden begroot, aangezien deze zich niet had laten bijstaan door een professioneel gemachtigde.