Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 april 2021 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
[derde partij], te [woonplaats], vergunninghouder
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, die op 3 juli 2019 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het bouwen van een studio met badkamer en dakterras op het dak van een bestaande woning. Eiseres, die in de nabijheid woont, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, maar haar bezwaar werd op 5 maart 2020 ongegrond verklaard. Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 30 december 2020 behandeld. Eiseres voerde aan dat de bouw van de studio haar uitzicht en privacy zou aantasten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vergunninghouder voldoende maatregelen heeft genomen om de privacy van eiseres te waarborgen, zoals het plaatsen van een privacy scherm op het dakterras. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen evident privaatrechtelijke belemmering is die de verlening van de omgevingsvergunning in de weg staat, en dat de gevolgen van het bouwplan voor het woon- en leefklimaat van eiseres aanvaardbaar zijn.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het college in redelijkheid gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan, en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen en openbaar gemaakt op 6 april 2021.