[eiser] vordert in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Gedaagde te gelasten om binnen twee weken na het ten deze te wijzen vonnis een asbestinventarisatie te laten plaatsvinden in de loods aan de [adres] te [vestigingsplaats] , waar de asbesthoudende golfplaten van [gedaagde] opgeslagen hebben gelegen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat gedaagde nalatig blijft om te voldoen aan het op dit punt in deze te wijzen vonnis, met een maximum van € 14.000,00 (zegge: veertienduizend euro);
II. gedaagde te gelasten ervoor zorg te dragen dat de verzegeling van de loods aan de [adres] te [vestigingsplaats] ongedaan wordt gemaakt binnen een termijn van vier weken na het in dezen te wijzen vonnis, ook als dit inhoudt, dat er voor die datum moet worden geïnventariseerd en gesaneerd, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro) voor iedere dag, dat gedaagde nalatig blijft om in dit opzicht te voldoen aan dit vonnis, met een maximum van € 100.000,00 (zegge: honderdduizend euro);
III. gedaagde te gelasten een toereikende voorziening te treffen op de balans met betrekking tot mogelijke claims voor schadevergoeding wegens gezondheidsschade ten gevolge van het ondeugdelijke ophalen van asbesthoudende golfplaten op 28 december 2020 uit de loods van [eiser] aan de [adres] in [vestigingsplaats] , welke voorziening tenminste een in goede justitie te bepalen bedrag zal belopen, en deze voorziening te laten voortbestaan gedurende ten minste een tijdvak van 5 jaren vanaf het in dezen te wijzen vonnis;
IV. gedaagde te veroordelen om aan eiser als voorschot op de door eiser geleden of nog te Leiden schade ten gevolge van het ophalen van de aan [gedaagde] toebehorende asbesthoudende golfplaten binnen acht dagen na het ten dezen te wijzen vonnis een bedrag te betalen ten belope van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
V. met veroordeling van gedaagde in de kosten dezer procedure;
VI. alsmede met veroordeling van gedaagde in de nakosten ten belope van een bedrag van € 131,00 aan salaris advocaat, te verhogen met € 68,00 in geval van betekening van het in dezen te wijzen vonnis.