ECLI:NL:RBMNE:2021:1388
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over bewijsopdracht en beëindiging arbeidsovereenkomst na ziekmelding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de kantonrechter op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiseres] B.V., en een gedaagde die in persoon procedeerde. De zaak betreft een arbeidsovereenkomst en de vraag of deze overeenkomst is geëindigd naar aanleiding van een ziekmelding van de werknemer, [gedaagde].
De procedure begon met een tussenvonnis op 3 februari 2021, waarin aan [eiseres] een bewijsopdracht werd gegeven. Echter, bij faxbericht van 1 maart 2021 heeft [eiseres] laten weten dat zij niet in staat was om aan deze bewijsopdracht te voldoen en heeft zij de kantonrechter verzocht om vonnis te wijzen. De kantonrechter heeft vervolgens vastgesteld dat [eiseres] geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om te bewijzen dat [gedaagde] op 15 augustus 2019 vóór zijn ziekmelding door [naam stichting] is weggestuurd.
Hierdoor concludeerde de kantonrechter dat de uitzendovereenkomst tussen partijen niet was geëindigd door de ziekmelding van [gedaagde]. Het loon dat [eiseres] over de periode van 15 augustus 2019 tot 1 november 2019 aan [gedaagde] heeft betaald, werd niet als onverschuldigd beschouwd. De vordering van [eiseres] werd om deze redenen afgewezen. Tevens werd [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] op nihil werden vastgesteld, aangezien deze geen griffierecht had betaald of kosten voor rechtsbijstand had gemaakt.
De beslissing van de kantonrechter was dus dat de vordering van [eiseres] werd afgewezen en dat zij de proceskosten aan de kant van [gedaagde] diende te betalen, welke kosten op nihil werden begroot.