Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
5 [A] ,
[A] ,
1.De procedure
2.De feiten
ontslaat van zijn verplichting voortvloeiend uit de hiervoor sub 1 genoemde borgstelling en derhalve voormelde stichting niet zal aanspreken tot nakoming van de verplichtingen van schuldenaar uit hoofde van voormelde overeenkomsten.
voor een gedeelte van driehonderd vijftig duizend euro (€ 350.000,--) ontslaat van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de hiervoor sub 2 en 3 genoemde borgstelling [...]’.
- de aandelen van [derden-gerechtigde sub 1] in [verweerster sub 1] ;
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Het verzoek van [verzoekster] en het verweer daartegen
- griffierecht € 667
- salaris gemachtigde € 1.126 (2 punten x tarief II)
[A] en [derden-gerechtigde sub 1] hebben ook in het kader van het verzet verzocht om een proceskostenveroordeling. Omdat hun verzet gezamenlijk met het verweer is behandeld tijdens de zitting, beperkt de rechtbank die kostenveroordeling tot 1 punt van tarief II aan salaris gemachtigde.