4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 tot en met 3
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]hebben in een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden onder meer het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs:
Het misbruik heeft plaats gevonden in de ouderlijke woning in [woonplaats] .
[slachtoffer]heeft aangifte gedaan. Hij heeft het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
V: Tegen wie wil jij aangifte doen?
A: Tegen [verdachte] .
V: Kan jij vertellen wat er gebeurd is? Begin maar vanaf dat het de eerste keer gebeurde. Als je het weet, vertel daarbij dan wanneer die eerste keer was en waar.
A: Ik was nog heel jong, ik denk drie of vier en ik merkte dat hij me een keer ging
afdrogen. Ik voelde toen wat warms tussen mijn billen. Op dat moment likte hij dus aan mijn anus. Ik weet dit omdat ik het voelde en omdat hij het later ook weer deed en dat het toen hetzelfde voelde. Ik voelde dan echt een lik aan mijn anus. Er waren ook andere momenten. Hij gebruikte het excuus om mijn billen te poederen. Hij ging dan eerst afdrogen, likken en poederen. Het gebeurde zeer frequent: meerdere keren in de week en weken achter elkaar. Het was eigenlijk wel dagelijks. Het was dus rond die leeftijd likken aan anus en betasten van billen. Het orale gedeelte kwam rond mijn vijfde en ook het betasten van mijn penis. Vanaf mijn vijfde heeft hij me oraal bevredigd. Hij heeft op een gegeven moment mijn penis in zijn mond genomen. Van vijf tot en met 11/12 jaar kwam hij dan naar mijn kamer. Hij kwam dan per week maar soms ook dagelijks. Dan ging hij me oraal bevredigen.Ik bedoel hiermee mijn penis in zijn mond. Hij bewoog zijn hoofd dan heen en weer. En af en toe aan de anus likken. Elke week gebeurde het wel een keer. Vanaf 11 jaar moest ik het ook bij hem doen, het oraal bevredigen, zijn penis in mijn mond. Ik wist wat ik moest doen, omdat hij het ook bij mij deed – zo heen en weer. Soms had mijn vader ook een ejaculatie. Soms kwam het in mijn mond en dan spuugde ik het uit.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs:
Op 11 maart 2019 stelde ik een onderzoek in naar het geluidsfragment “confession.h d.d. 17 sep 2018”. Volgens de eigenschappen is deze opname op 17 september 2018 gemaakt. Tijdens het beluisteren van het gesprek kon ik opmaken dat het kennelijk ging om [slachtoffer] en zijn vader.
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[verdachte] = Papa
[slachtoffer] : Papa, ik wil het gewoon weten waarom je het gedaan hebt.
[verdachte] : Ik heb het gedaan toen je heel erg jong was.
[slachtoffer] : Het is gewoon zo... al sinds ik zeg maar al toen je me vroeger ging afdrogen toen deed je al. Toen ik heel klein was.
[verdachte] : Ja.
[slachtoffer] : Het is gewoon niet eerlijk.
[verdachte] : Ja.
[slachtoffer] : Daarna ben je ermee doorgegaan.
[verdachte] : Ja, sorry [slachtoffer] daar heb ik heel veel spijt van.
[slachtoffer] : Je hebt me misbruikt, papa
[verdachte] : Ja, dat weet ik. Daar heb ik ook erg veel spijt van.
[slachtoffer] : Jij hebt mij er gewoon ingeprat (fon).
[verdachte] : Nee.
[slachtoffer] : Jawel, waarom zeg jij nou nee? Ik kan niet kiezen als kind van drie (3).
[verdachte] : Nee, dat is waar.
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs:
Door mij werd geluidsopname 181001 _1333 beluisterd en woordelijk uitgewerkt. De geluidsopname werd door aangever aan de politie overhandigd.
Bestand 181001 1333
NN1: Vermoedelijk man, wordt papa genoemd.
NN3: Vermoedelijk man wordt [slachtoffer] genoemd
NN3: Je bent bewust.... Elke keer heb je een keuze gemaakt. Bewust heb jij elke keer heb je een keuze gemaakt om bij mij naar boven te gaan, om bij mij... bij het afdrogen heb je het ook gedaan... en ik wil uit jouw mond horen dat jij aan mama vertelt wat jij allemaal bij mij hebt gedaan.
NN1: Ik heb ehh aan hem gezeten
NN3: Nee ik wil dat je vertelt wat je bij mij hebt gedaan
NN1: Ik heb je afgetrokken.
NN1: Ik heb aan jou gezeten
NN1: Ik heb ontzettend aan je gezeten
NN1: En ik heb je afgezogen
NN1: Vanaf je elfde
NN3: Nee, wil je nu zeggen dat het vanaf mijn elfde is...ga je dat nu zeggen
NN1: Dat ik aan je heb gezeten met aftrekken
NN3: dat is vanaf mijn elfde..
NN3: En jij hebt heel veel bij mij als kind gedaan en dat is niet alleen vanaf elf jaar. Vanaf dat ik drie was begon je al aan mijn kont te likken. Ga je dat nu ontkennen?
NN1: Nee dat ga ik niet ontkennen
[benadeelde]is als getuige gehoord. Zij heeft het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
V: Wat weet u van de inhoud van de aangifte van [slachtoffer] ?
A: Dat hij seksueel misbruikt is.
V: En wat heeft hij over dat seksueel misbruik verteld?
A: [verdachte] heeft aan hem gezeten, omdat [verdachte] een dwang had en daarom aan hem moest zitten, dat zei [verdachte] dan, en toen is het steeds van kwaad tot erger geworden. Dan ging [verdachte] steeds naar boven toe om welterusten te zeggen en een verhaaltje voor te lezen en ondertussen ging hij aan [slachtoffer] zitten.
V: En verder?
A: Dat hij op latere leeftijd afgezogen heeft.
V: En heeft [verdachte] ook gezegd wat [slachtoffer] dan bij [verdachte] wilde doen?
A: Ja, volgens mij zei hij dat [slachtoffer] hem afgezogen heeft.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één feit.
Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting bekend dat hij de buik, billen en penis van aangever heeft gestreeld en betast. Verdachte heeft de overige ten laste gelegde handelingen ontkend. Volgens de verdediging is de verklaring van aangever op dit punt dan ook onbetrouwbaar.
De rechtbank acht de verklaring van aangever in zijn geheel betrouwbaar en overweegt daartoe als volgt. Aangever heeft gedetailleerd en specifiek verklaard over het misbruik door verdachte. Dit ziet zowel op de momenten waarop het misbruik is begonnen en verder is gegaan, als op de seksuele handelingen zelf. Zo heeft aangever over het oraal bevredigen door verdachte uitgebreid verklaard over waar en wanneer het plaatsvond, hoe het plaatsvond en of hij een erectie of ejaculatie kreeg. Vooral het lopen naar de wasbak acht de rechtbank in dit verband een specifiek en relevant detail. Ook over het oraal bevredigen van verdachte door aangever heeft aangever specifiek verklaard. Hij heeft verklaard wanneer hij dat moest doen en hoe hij dat moest doen. Specifieke details die hij hierbij noemt zijn het uitspugen als verdachte in zijn mond klaarkwam en dat verdachte tegen hem had gezegd “kom op, ik heb het ook bij jou gedaan”. Voorts weegt de rechtbank hierbij mee dat de verklaring van aangever steun vindt in de door aangever opgenomen gesprekken met verdachte, waarin hij verdachte onder andere heeft geconfronteerd met de vraag waarom hij dit heeft gedaan. Daarnaast wordt de verklaring van aangever ondersteund door hetgeen zijn moeder, getuige [benadeelde] heeft verklaard. Zo heeft zij van verdachte vernomen dat hij een dwang had waardoor hij aan aangever moest zitten en dat ook aangever verdachte heeft ‘afgezogen’.
Het voorgaande betekent dat de rechtbank de verklaring van aangever betrouwbaar acht en deze ook gebruikt voor het bewijs. Op grond van deze verklaring, in samenhang bezien met de overige hiervoor genoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel misbruiken van aangever zoals ten laste is gelegd onder 1, 2, en 3 (zoals hierna in rubriek 5 omschreven).