ECLI:NL:RBMNE:2021:1330

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 april 2021
Publicatiedatum
3 april 2021
Zaaknummer
16-227358-19
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor computervredebreuk na waarschuwing voor beveiligingslek

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2021, is de verdachte vrijgesproken van computervredebreuk, zoals ten laste gelegd in artikel 138ab en 139c van het Wetboek van Strafrecht. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat plaatsvond op de terechtzitting van 22 maart 2021. De officier van justitie, mr. R.J.S.S. Visser, heeft de rechtbank verzocht om de verdachte vrij te spreken, omdat hij van mening was dat de feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. J. van Riet, heeft eveneens vrijspraak bepleit wegens gebrek aan bewijs.

De tenlastelegging betrof twee feiten: het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk en het aftapppen van gegevens die niet voor de verdachte bestemd waren. De verdachte verklaarde dat hij een screenshot van de mailbox van de aangever had aangetroffen via Shodan, een zoekmachine die kwetsbaarheden in aan het internet gekoppelde systemen blootlegt. Hij had de aangever gewaarschuwd voor een beveiligingslek door een e-mail met het screenshot als bijlage te sturen.

De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet onaannemelijk was en dat er redelijke twijfel bestond over de tenlastegelegde feiten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De rechtbank merkte op dat dergelijk handelen in de toekomst mogelijk onder artikel 138c van het Wetboek van Strafrecht zou kunnen vallen, dat sinds 1 maart 2019 van kracht is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-227358-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 april 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 maart 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.J.S.S. Visser, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J. van Riet, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
Feit 1in de periode van 7 september 2018 t/m 12 september 2018 te Hooglanderveen, gemeente Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk door het doorbreken van een beveiliging of door een technische ingreep;
Feit 2in de periode van 7 september 2018 t/m 12 september 2018 te Hooglanderveen, gemeente Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens heeft afgetapt en/of heeft opgenomen die niet voor hem bestemd waren en die werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van telecommunicatie en/of door middel van een geautomatiseerd werk, door een opname/foto/screenshot te maken van (de inbox van) een email-programma.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feiten 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend te bewijzen en heeft de rechtbank verzocht verdachte hiervan vrij te spreken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feiten 1 en 2 ten laste gelegde wegens een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een screenshot van de mailbox van aangever is tegengekomen in Shodan; een zoekmachine die, onder meer, kwetsbaarheden in aan het internet gekoppelde geautomatiseerde werken blootlegt. Verdachte heeft dit screenshot opgeslagen op zijn bureaublad. Verdachte heeft aangever vervolgens gewaarschuwd voor een beveiligingslek in zijn computer door hem een e-mailbericht te sturen met het gevonden screenshot als bijlage. De rechtbank kan de door verdachte geschetste gang van zaken niet uitsluiten. Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt niet dat het verhaal van verdachte onaannemelijk is. Nu redelijke twijfel bestaat of verdachte de feiten zoals tenlastegelegd heeft begaan, zal de rechtbank hem hiervan vrijspreken. De rechtbank merkt daarbij, ten overvloede, voor verdachte op dat dergelijk handelen in de toekomst wellicht wel onder het bereik van het sinds 1 maart 2019 geldende artikel 138c van het Wetboek van Stafrecht zou kunnen vallen.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
verklaart het onder feiten 1 en 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mrs. L.M.M. Heppe en S.R. van Breukelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 april 2021.
De voorzitter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 07-september-2018 t/m 12-september-2018 te Hooglanderveen, gemeente Amersfoort, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een NAS (Network Attached Storage), is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging, of
b. door een technische ingreep, te weten via een RDP (remote desktop protocol)
(art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht);
Feit 2
hij in of omstreeks de periode van 7-september-2018 tot en met 12-september-2018 te Hooglanderveen, gemeente Amersfoort, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens heeft afgetapt en/of heeft opgenomen die niet voor hem, verdachte, bestemd waren en die werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van telecommunicatie en/of door middel van een geautomatiseerd werk, te weten een computer en/of een email programma en/of een NAS (Network Attached Storage) door een opname/foto/screenshot te maken van (de inbox van) dat email-programma
(art 139c lid 1 Wetboek van Strafrecht).