ECLI:NL:RBMNE:2021:1330
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor computervredebreuk na waarschuwing voor beveiligingslek
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 2 april 2021, is de verdachte vrijgesproken van computervredebreuk, zoals ten laste gelegd in artikel 138ab en 139c van het Wetboek van Strafrecht. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat plaatsvond op de terechtzitting van 22 maart 2021. De officier van justitie, mr. R.J.S.S. Visser, heeft de rechtbank verzocht om de verdachte vrij te spreken, omdat hij van mening was dat de feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. J. van Riet, heeft eveneens vrijspraak bepleit wegens gebrek aan bewijs.
De tenlastelegging betrof twee feiten: het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk en het aftapppen van gegevens die niet voor de verdachte bestemd waren. De verdachte verklaarde dat hij een screenshot van de mailbox van de aangever had aangetroffen via Shodan, een zoekmachine die kwetsbaarheden in aan het internet gekoppelde systemen blootlegt. Hij had de aangever gewaarschuwd voor een beveiligingslek door een e-mail met het screenshot als bijlage te sturen.
De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet onaannemelijk was en dat er redelijke twijfel bestond over de tenlastegelegde feiten. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De rechtbank merkte op dat dergelijk handelen in de toekomst mogelijk onder artikel 138c van het Wetboek van Strafrecht zou kunnen vallen, dat sinds 1 maart 2019 van kracht is.