ECLI:NL:RBMNE:2021:1311
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Sprakel
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in huurtoeslag herzieningsverzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over huurtoeslag. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen, die het voorschot huurtoeslag voor 2020 op € 0,- had vastgesteld. Eiser stelde dat hij recht had op huurtoeslag, omdat de verblijfsstatus van zijn toeslagpartner was gewijzigd. De rechtbank moest eerst beoordelen of zij bevoegd was om het beroep in behandeling te nemen. De rechtbank oordeelde dat de brief van eiser, waarin hij zijn recht op huurtoeslag betwistte, ten onrechte als bezwaarschrift was aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat het verzoek van eiser om herziening van het voorschot huurtoeslag moest worden opgevat als een verzoek om herziening op basis van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om het beroep te behandelen en verwees het naar de Belastingdienst/Toeslagen als een bezwaarschrift. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.