In deze zaak vorderden drie besloten vennootschappen (eiseressen) een verklaring voor recht dat de gemeente Soest en de burgemeester onrechtmatig hebben gehandeld door het niet doorgaan van een project voor de realisatie van een woon-zorgcomplex. De eiseressen stelden dat de gemeente en de burgemeester aansprakelijk waren voor de schade die zij hadden geleden door het niet doorgaan van het project, dat zou worden gerealiseerd op percelen in Soest. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat de gemeente en de burgemeester niet onrechtmatig hadden gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de handhaving van de illegale bewoning van bijgebouwen rechtmatig was en dat er geen causaal verband was tussen het handhavingstraject en het niet doorgaan van het project. De vorderingen van de eiseressen werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de gemeente en de burgemeester. De uitspraak werd gedaan op 10 maart 2021.