ECLI:NL:RBMNE:2021:1280
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak afgewezen wegens te late indiening en gebrek aan bijzondere omstandigheden
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 2 februari 2021 een verzoek tot wraking ingediend van mr. I.J.B. Corbeij, politierechter bij de Rechtbank Midden-Nederland, in verband met een strafzaak met parketnummer 16-247589-19. Het wrakingsverzoek werd behandeld onder zaaknummer 516715 / HA RK 21-20. De behandeling van het verzoek was geagendeerd voor 16 februari 2021, maar verzoeker vroeg om uitstel, wat niet werd gehonoreerd. Verzoeker verscheen niet op de zitting en op 17 februari 2021 werd de voorzitter van de wrakingskamer, mr. R.C. Stijnen, gewraakt. De behandeling van dit verzoek werd verplaatst naar 16 maart 2021, maar ook toen verschenen verzoeker en de rechter niet.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek te laat was ingediend, namelijk 9 dagen na de zitting, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het tijdsverloop rechtvaardigden. De wrakingskamer benadrukte dat de beslissing van de rechter om het uitstelverzoek van verzoeker af te wijzen een procesbeslissing was en dat een negatieve procesbeslissing op zich geen grond voor wraking vormt. Bovendien werd gesteld dat de vermelding van de rechter op een particuliere zwarte lijst geen objectieve grond voor vrees voor partijdigheid oplevert.
De wrakingskamer besloot dat verzoeker misbruik maakte van het wrakingsmiddel door herhaaldelijk wrakingsverzoeken in te dienen na afwijzing van zijn uitstelverzoeken. Daarom werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker niet meer in behandeling zal worden genomen. De zaak werd verwezen naar de eerste wrakingskamer voor verdere afdoening van het eerste wrakingsverzoek.