4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feiten 1 en 2
Verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenvan 23 september 2017:
Op 7 augustus 2017 belde een fraudeinspecteur van Liander naar de regionale meldkamer. Hij deelde mee dat hij zojuist op de [adres] te [woonplaats] een illegale aftapping in de meterkast had aangetroffen.
Hierop ben ik naar de voordeur van de woning gelopen. Ik zag dat daar een man in de deuropening stond. Deze man bleek te zijn, een van de bewoners, namelijk
*** [verdachte] ., geboortedatum [1988] ***
Ik vroeg [verdachte] vervolgens of hij alleen thuis is. Ik hoorde [verdachte] zeggen: mijn vriendin is er niet’.
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] hebben het volgende gerelateerd, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingen:
Het was ons tijdens het onderzoek duidelijk geworden dat verdachte [verdachte] eigenaar was van de woning aan de [adres] in [woonplaats] . Vervolgens bleek dat [medeverdachte] het andere deel in eigendom heeft van de woning.
Verbalisant [verbalisant 1] is op 7 augustus 2017 binnengetreden in de woning aan de [adres] te [woonplaats] en heeft daarover het volgende gerelateerd in het op 18 september 2017 opgemaakte
proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij:
In de woning op het adres [adres] werd op 7 augustus 2017 binnengetreden.
Kweekruimte A
Aan touwen hingen vele henneptakken te drogen. Door collega’s zijn van deze takken de henneptoppen geknipt. Nadat de henneptoppen zijn gewogen, kwam daar het netto gewicht uit van 3800 gram.
Kweekruimte B
Ik zag dat er twee doorzichtige zakken lagen met daarin gedroogde hennep. De ene zak bevatte netto 738 gram hennep en de andere zak bevatte netto 500 gram hennep.
In totaal stonden er 209 hennepplanten.
De zolder
In de ene zak zat netto 580 gram gedroogde hennep en in de andere strijkzak zaten twee doorzichtige zakken met daarin 390 gram respectievelijk 28 gram gedroogde hennep.
Vaststelling hennep
Ik, verbalisant, constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Ik, verbalisant, constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] hebben het volgende gerelateerd, zoals blijkt uit het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij van 8 januari 2018
Op 7 augustus 2017 werd de hennepkwekerij aangetroffen in de woning aan de [adres] in [woonplaats] . Bij een kweekcyclus van 10 weken, zouden deze hennepplanten dus op of rond 22 mei 2017 geplant zijn.
Op 9 augustus 2017 heeft M. Harberts namens Liander N.V. aangifte gedaan van onder meer diefstal en blijkens het daarvan opgestelde
schriftelijk bescheidmedegedeeld:
Liander N.V. transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de contractant van perceel [adres] te [woonplaats] . Liander N.V. heeft vanaf 27 februari 2016 met een persoon/bedrijf genaamd [medeverdachte] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel.
Op verzoek van de politie te Naarden is op 7 augustus 2017 door fraudespecialist M08 van Liander N.V. een onderzoek ingesteld naar de aansluiting, waaronder de meetinrichting die eigendom is van Liander N.V. en die zich bevindt in bovengenoemd perceel.
De fraudespecialist M08 constateerde op 7 augustus 2017 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan:
De eerdergenoemde fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken en na het verwijderen van de deksel van de aansluitkast zag hij dat aan de onderzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Uit ervaring weet hij dat door een illegale aansluiting onder de zekeringhouders te maken, het mogelijk is meer vermogen af te nemen dan dat de contractueel overeengekomen en geïnstalleerde hoofdzekeringen zouden doorlaten. Hij weet dat daardoor schade en hinder werd veroorzaakt aan Liander N.V., omdat de juiste tarievenregeling niet juist kon worden toegepast. Voorts heeft hij vastgesteld dat het gelijktijdige af te nemen vermogen van de getransporteerde elektriciteit niet meer in overeenstemming was met de installatie.
Bewijsoverweging feiten 1 en 2
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dat op 7 augustus 2017 in de woning aan de [adres] in [woonplaats] een in werking zijnde hennepkwekerij is aangetroffen. Uit een uittreksel van het Kadaster is gebleken dat verdachte, samen met mevrouw [medeverdachte] , zijn levenspartner, eigenaar is van de woning. [medeverdachte] woonde gedurende de pleegperiode ook in de woning. Verdachte is op 7 augustus 2017 ook aangetroffen in de woning. Op 7 augustus 2017 is verdachte door de politie gehoord. Hij heeft zich bij die gelegenheid ten aanzien van alle vragen beroepen op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting van 19 maart 2021 heeft verdachte voor het eerst een verklaring gegeven. Deze verklaring houdt – kort gezegd – in dat de aangetroffen hennepkwekerij niet van verdachte was, maar van een persoon die [naam] wordt genoemd. Verdachte zou een schuld bij [naam] hebben die hij ineens moest inlossen. Onder druk van [naam] heeft hij toestemming hebben gegeven voor het plaatsen van de kwekerij in zijn woning, maar er geen verdere bemoeienis mee hebben gehad. [medeverdachte] wilde er niets mee te maken hebben. [naam] zou de kwekerij hebben gebouwd, samen met andere onbekend gebleven personen, en de plantjes meerder keren per week hebben verzorgd en geoogst. [naam] had geen sleutel van de woning, verdachte zou [naam] en/of zijn helpers telkens binnen hebben gelaten, buiten zicht van [medeverdachte] .De rechtbank gaat wat betreft de rol van verdachte aan deze verklaring voorbij. Verdachte heeft geen concrete informatie over de identiteit van de persoon die door hem [naam] wordt genoemd gegeven en evenmin over de andere personen die bij de kwekerij betrokken zouden zijn. Dat maakt zijn verklaring op geen enkele manier verifieerbaar. Bovendien is in het dossier geen ondersteuning te vinden voor de verklaring van verdachte. Daaruit blijkt immers niets van andere personen die zich meerdere keren per week in of nabij de woning van verdachte zouden hebben bevonden.