ECLI:NL:RBMNE:2021:1247

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 maart 2021
Publicatiedatum
30 maart 2021
Zaaknummer
19/5423
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen legesaanslag ongegrond verklaard; leges correct berekend

In deze zaak heeft eiser een legesaanslag ontvangen naar aanleiding van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Eiser heeft bezwaar aangetekend tegen deze legesaanslag, welke door de heffingsambtenaar op 19 november 2019 ongegrond is verklaard. Eiser is het niet eens met dit besluit en heeft beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De zitting vond plaats op 22 februari 2021, waarbij eiser zelf aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. M.F.M. Boerlage.

De rechtbank heeft in deze uitspraak ook gekeken naar een eerder besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, dat de aanvraag van eiser om een omgevingsvergunning buiten behandeling heeft gesteld. Eiser heeft hiertegen bezwaar aangetekend, wat heeft geleid tot een andere procedure, geregistreerd onder zaaknummer UTR 19/4794. De rechtbank heeft in die zaak het bezwaar van eiser gegrond verklaard, maar het besluit van het college om de aanvraag buiten behandeling te stellen in stand gelaten. Dit betekent dat eiser de leges moet betalen die verbonden zijn aan het besluit tot buiten behandeling stellen van zijn aanvraag.

De rechtbank concludeert dat de legesaanslag op een juiste manier is berekend en dat het bestreden besluit rechtmatig is. De beroepsgrond van eiser faalt, en het beroep wordt ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. van der Linde, rechter, en is openbaar uitgesproken op 30 maart 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/5423

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2021 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder
(gemachtigde: mr. M.F.M. Boerlage).

Inleiding

Eiser heeft een legesaanslag gekregen wegens het aanvragen van een omgevingsvergunning. Tegen deze legesaanslag heeft eiser bezwaar aangetekend dat bij besluit van 19 november 2019 ongegrond is verklaard (het bestreden besluit). Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en heeft beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is op 22 februari behandeld op een zitting. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

De legesaanslag van verweerder is gebaseerd op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente de Bilt (het college) om de aanvraag van eiser om een omgevingsvergunning buiten behandeling te stellen. Tegen dit besluit van het college heeft eiser bezwaar en vervolgens beroep aangetekend. Dit beroep is bij de rechtbank geregistreerd onder zaaknummer UTR 19/4794. Eiser is van mening dat het besluit van het college om de aanvraag om een omgevingsvergunning buiten behandeling te stellen onrechtmatig is. De daarop gebaseerde legesaanslag is daarmee volgens eiser eveneens onrechtmatig.
Bij uitspraak van heden inzake UTR 19/4794 heeft de rechtbank het bezwaar van eiser tegen het besluit van het college om de aanvraag van eiser buiten behandeling te stellen weliswaar gegrond verklaard, maar heeft het besluit van het college om de aanvraag van eiser buiten behandeling te stellen in stand gelaten. Daarmee staat vast dat eiser de leges moet betalen die verbonden zijn aan het besluit tot buiten behandeling stellen van zijn aanvraag.
Tussen partijen is niet in geschil dat de legesaanslag op een juiste manier is berekend. Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat het bestreden besluit eveneens rechtmatig is. De beroepsgrond faalt.
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M. van der Linde, rechter, in aanwezigheid van mr. T.E.G. van Heukelom, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2021
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.