ECLI:NL:RBMNE:2021:1157
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aflossingscapaciteit en eigen vermogen van eiseres in het kader van terugvordering WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. O.F.X. Roozemond, heeft bezwaar gemaakt tegen besluiten van het UWV waarin werd bepaald dat zij haar eigen vermogen, in de vorm van een personenauto, moest aanwenden voor de terugbetaling van een te veel ontvangen WIA-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV op 16 december 2019 heeft besloten dat eiseres haar schuld niet binnen drie jaar kan voldoen op basis van haar aflossingscapaciteit. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de besluiten van het UWV van 20 april 2020 en 21 april 2020, waarin haar verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen en haar bezwaar ongegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 2 februari 2021, die via Skype plaatsvond, heeft de rechtbank de beroepen gevoegd behandeld. Eiseres heeft aangevoerd dat het UWV in strijd heeft gehandeld met het zorgvuldigheidbeginsel door besluiten te nemen zonder rekening te houden met nog opgevraagde medische informatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV voldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij het vaststellen van de aflossingscapaciteit van eiseres en dat er geen medische noodzaak is aangetoond voor het behoud van de auto. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiseres haar vermogen moet aanwenden voor de terugvordering, aangezien zij geen aflossingscapaciteit heeft.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geoordeeld dat het UWV terecht heeft bepaald dat eiseres haar eigen vermogen moet aanwenden voor de terugbetaling van de vordering. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de besluiten van het UWV als één beslissing op bezwaar moeten worden beschouwd, ondanks dat ze in twee afzonderlijke besluiten zijn genomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.