ECLI:NL:RBMNE:2021:1127
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens ontbreken van gronden en spoedeisend belang
In de zaak tussen verzoekster en de burgemeester van de gemeente Hilversum heeft de voorzieningenrechter op 23 maart 2021 uitspraak gedaan. Verzoekster had een voorlopige voorziening aangevraagd in het kader van een beroep tegen een besluit van de burgemeester. Dit besluit betrof de intrekking van een drank- en horecavergunning en de verlening van een exploitatievergunning voor één jaar. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster in haar verzoekschrift geen gronden heeft vermeld, wat in strijd is met de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ondanks een verzoek van de rechtbank om dit verzuim te herstellen, heeft verzoekster geen gronden ingediend en ook geen spoedeisend belang onderbouwd. Hierdoor kon de rechtbank het verzoek niet-ontvankelijk verklaren. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.