ECLI:NL:RBMNE:2021:1125
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen invorderingsbesluit van dwangsommen wegens overtreding bestemmingsplan
Op 23 maart 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, eigenaar van een verblijfsrecreatieterrein in Soest, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest. Eiser had in 2016 nieuwe recreatiewoningen geplaatst op zijn terrein, waarvan vier woningen in strijd met het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' waren geplaatst. Eiser beschikte niet over een omgevingsvergunning om van het bestemmingsplan af te wijken. Als gevolg hiervan heeft verweerder aan eiser twee lasten onder dwangsom opgelegd, waarbij eiser de woningen moest verwijderen onder verbeurte van dwangsommen van respectievelijk € 5.000,- en € 4.000,- per maand. Omdat eiser de woningen niet tijdig heeft verwijderd, heeft verweerder een invorderingsbeschikking van € 45.000,- opgelegd.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze invorderingsbeschikking, maar dit bezwaar werd door verweerder ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij zijn gronden aanvulde met aanvullende stukken. Tijdens de zitting op 16 maart 2021 heeft de rechtbank vastgesteld dat er geen geschil was over de overtreding van het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelde dat eiser in de procedure tegen de invorderingsbeschikking geen nieuwe gronden kon aanvoeren die hij niet eerder had kunnen inbrengen tegen de lasten onder dwangsom. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van invordering af te zien, ondanks de financiële moeilijkheden van eiser.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.