Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser/verzoeker] , te [woonplaats] , eiser/verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, verweerder
Procesverloop
Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, een ouder, een persoonsgebonden budget (pgb) aangevraagd voor de medische behandeling van zijn zoon, specifiek voor reflexintegratietherapie (RIT) en begeleiding door een gastouder en zijn moeder. De aanvraag werd aanvankelijk afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, maar na bezwaar werd het besluit gedeeltelijk herroepen, waarbij de beslissing over de toekenning van het pgb werd uitgesteld. Eiser heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening en heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Tijdens de zitting op 12 januari 2021, die via een skypeverbinding plaatsvond, was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de zitting direct mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herroept het primaire besluit. De rechtbank bepaalde dat een pgb moet worden toegekend voor de periode van 27 november 2019 tot 27 november 2020, mits de kosten niet anderszins vergoed kunnen worden. Tevens werd verweerder opgedragen het griffierecht aan eiser te vergoeden en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.
De rechtbank overwoog dat de begeleiding door de gastouder en de moeder niet expliciet in het bestreden besluit waren behandeld, wat impliceert dat hiervoor recht op een pgb bestaat. De rechtbank oordeelde dat de RIT als medische behandeling wordt aangemerkt en dat de aanvullende zorgverzekering van eiser mogelijk een voorliggende voorziening is. Echter, eiser kon aantonen dat er voor de kosten van de RIT in 2019 geen dekking was en dat er in 2020 slechts gedeeltelijke dekking was. De rechtbank concludeerde dat eiser recht heeft op een pgb voor de niet vergoede kosten, en dat bijzondere bijstand geen voorliggende voorziening is, maar een vangnet.