Op 2 februari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene beroep heeft ingesteld tegen een door de burgemeester van Lelystad opgelegde crisismaatregel van 15 december 2020. Betrokkene, geboren in 1972, heeft verzocht om zijn beroep gegrond te verklaren en om schadevergoeding van € 250,00 ten laste van de gemeente Lelystad en de GGZ. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester de crisismaatregel heeft opgelegd op basis van een medische verklaring van psychiater drs. [B], waarin werd geconcludeerd dat er sprake was van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat dit niet in het vrijwillige kader kon worden afgewend. Betrokkene heeft aangevoerd dat de burgemeester de wettelijke voorschriften niet in acht heeft genomen en dat de crisismaatregel onrechtmatig was, omdat hij niet goed was gehoord en er geen bloedonderzoek was verricht om zijn medicatiespiegel vast te stellen.
De rechtbank heeft de argumenten van betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat de burgemeester zorgvuldig heeft gehandeld bij het opleggen van de crisismaatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de crisismaatregel voldeed aan de wettelijke criteria en dat de burgemeester op de medische verklaring van de psychiater mocht vertrouwen. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard en het verzoek tot schadevergoeding van de burgemeester afgewezen. Tevens heeft de rechtbank betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot schadevergoeding tegen de GGZ, omdat er geen wettelijke grondslag voor was.
De beslissing is genomen door mr. K.G. van de Streek, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.