Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser 2],
[eiseres],
[eiser 3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de brief van de rechtbank van 4 november 2020 tot bepaling van een mondelinge behandeling
- de akte overlegging nadere producties 27 tot en met 30 ingediend door [eisers c.s.]
- de mondelinge behandeling van 10 februari 2021
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling
- de brief van [eisers c.s.] van 23 februari 2021.
2.Waar gaat het over?
3.De beoordeling
i) de Kamerbrief van 12 december 2013
een enorme achterstand betekenen in de concurrentiepositie op Europees niveau omdat die alleen zou gelden voor de Nederlandse ondernemers”. Een dierrechtenstelsel zou ook niet nodig zijn, omdat uit een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen University & Research bleek dat ook in een situatie zonder dierrechten de kaders van het mestbeleid zouden worden gerespecteerd en invoering van een dierrechtenstelsel maar zou leiden tot een beperkte afname van de melkveestapel (p. 5 van nog steeds de Kamerbrief). In dit rapport werd ook de verwachting uitgesproken dat de fosfaatproductie in 2020 nog steeds onder het fosfaatplafond zou liggen, mede door de daling van de fosfaatproductie door lagere fosfaatgehaltes in het voer (p. 7).
Wanneer uit de monitoring van de mestmarkt blijkt dat de feitelijke fosfaatproductie in enig jaar het plafond van 2002 overschrijdt, zijn nadere productiebegrenzende maatregelen aan de orde.” (p. 7)
Het eerder aangehaalde rapport van PBL en Wagening-UR biedt vertrouwen dat in een situatie zonder dierrechten de kaders van het mestbeleid worden gerespecteerd, omdat verwacht wordt dat de voorziene groei van de melkproductie, door verhoogde efficiëntie per dier en door de effecten van het voerspoor, op termijn (2020) niet leidt tot toename van de fosfaatproductie. Daarom kiest het kabinet nu niet voor invoering van dierrechten voor melkvee. Dat zou ook geen recht doen aan de zelfsturende initiatieven die nu al lopen vanuit het bedrijfsleven.”
- dat er door de overheid na afschaffing van het melkquotum per 1 april 2015 werd ingezet op groei van de melkveehouderij in Nederland
- dat de overheid ter behoud van de derogatie van de Europese Commissie een stelsel zou invoeren van grondgebondenheid en mestverwerking dat - in combinatie met maatregelen die de sector zelf zou nemen - naar alle verwachting voldoende zou zijn om het fosfaatplafond niet te overschrijden
- dat de fosfaatproductie zou worden gemonitord, en dat als het plafond zou worden overschreden, er aanleiding zou kunnen zijn voor het invoeren van productiebegrenzende maatregelen, zoals dierrechten
- dat de invoering van een dergelijke maatregel niet wenselijk zou zijn in verband met de concurrentiepositie van Nederland op Europees niveau en ook naar verwachting maar beperkt effect zou sorteren.
“dat er iets zou gaan gebeuren”. Voor zover hij daarmee doelt op productiebeperkende maatregelen, geldt dat die mogelijkheid altijd boven de markt heeft gehangen. In de Kamerbrief van 12 december 2013 zegt de Staatssecretaris hierover:
de mogelijke overschrijding van het fosfaatplafond (…) dan een te groot risico [is] om van 100 naar 200 koeien te gaan”.
7.473,00(3,0 punten × tarief € 2.491,00)