ECLI:NL:RBMNE:2021:1044

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 februari 2021
Publicatiedatum
17 maart 2021
Zaaknummer
UTR 20/2649
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen verlening omgevingsvergunning voor tijdelijk zonnepark

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 februari 2021 uitspraak gedaan over de verlening van een omgevingsvergunning voor de realisatie van een tijdelijk zonnepark door Sunvest Ontwikkeling B.V. De eiseres, Camping Het Polderbos B.V., heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde, dat de omgevingsvergunning heeft verleend. Eiseres stelt dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt, omdat de ontwikkeling van het zonnepark negatieve gevolgen zal hebben voor haar camping, die zich op ongeveer 150 meter afstand bevindt. Eiseres vreest voor parkeeroverlast en een vermindering van het aantal campinggasten, wat zou leiden tot een lagere omzet.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank overweegt dat alleen belanghebbenden met een rechtstreeks belang bij een besluit in beroep kunnen komen. Eiseres kan niet als belanghebbende worden aangemerkt, omdat haar camping niet direct grenst aan het plangebied van het zonnepark. De rechtbank concludeert dat de afstand en de aanwezigheid van een natuurstrook tussen de camping en het zonnepark onvoldoende zijn om een rechtstreeks belang aan te nemen. De vrees van eiseres voor een vermindering van het aantal gasten is te subjectief en niet voldoende onderbouwd.

De rechtbank heeft de mogelijkheid voor hoger beroep aangegeven, maar heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/2649
procesverbaal van de mondelinge uitspraak van de meervoudige kamer van 25 februari 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

(gemachtigde: W.R.C. Veen)
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde, verweerder

(gemachtigde: mr. C.Th. Vos)
Als partij heeft verder aan het geding deelgenomen:
Sunvest Ontwikkeling B.V., vergunninghouder
(gemachtigde: mr. L.P.W. Mensink).

Inleiding

1. Vergunninghouder wil een tijdelijk zonnepark met bijbehorende recreatieve bouwwerken realiseren aan de [adres] in [plaats] en heeft daarvoor een omgevingsvergunning aangevraagd bij verweerder. Eiseres is het niet eens met de ontwikkeling van het zonnepark op deze locatie. Haar camping, Camping Het Groene Bos, ligt op ongeveer 150 m. afstand en staat bekend om zijn groene omgeving. Die groene omgeving zal met het zonnepark deels verloren gaan. Verder vreest eiseres voor parkeeroverlast van bezoekers die afkomen op de recreatieve bouwwerken. Al met al zullen er minder campinggasten komen, met een verminderde omzet tot gevolg.
2. Op 12 februari 2020 heeft verweerder een ontwerpbesluit ter inzage gelegd tot verlening van de gevraagde omgevingsvergunning. Bij besluit van 9 juni 2020 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder de omgevingsvergunning aan vergunninghouder verleend. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
3. Het beroep is bij de rechtbank behandeld op de zitting van 25 februari 2021, gelijktijdig met het beroep van de staatssecretaris van Defensie (zaaknummer UTR 20/2892) dat ook tegen het bestreden besluit is gericht. Eiseres heeft zich op de zitting laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, [A] en [B] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [C] . Vergunninghouder heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en [D] .
4. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk.

Overwegingen

5. De rechtbank is tot deze beslissing gekomen, omdat eiseres geen belanghebbende is bij het bestreden besluit. De rechtbank overweegt als volgt.
6. Alleen belanghebbenden met een rechtstreeks belang bij een besluit kunnen daartegen in beroep. De rechtbank moet dus, voordat zij toekomt aan een inhoudelijke beoordeling, beoordelen of de belangen van eiseres rechtstreeks bij de verlening van de omgevingsvergunning zijn betrokken. Hiervoor zijn voor een rechtspersoon zoals eiseres mede bepalend de belangen die zij op grond van haar statutaire doelstellingen en volgens haar feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigt. Volgens haar statuten is het doel van eiseres het exploiteren van de camping en het verhuren van bungalows.
7. Eiseres heeft op de zitting betoogd dat zij belanghebbende is bij het bestreden besluit, omdat het zonnepark de beleving van de groene omgeving door haar campinggasten aantast. Hierdoor zal eiseres haar camping niet kunnen exploiteren als voorheen en vreest zij voor een vermindering van het aantal gasten. De camping zelf ligt op ongeveer 150 meter afstand van de plek waar het zonnepark moet komen. De toegangsweg tot de camping, die eiseres pacht, ligt vlakbij het beoogde zonnepark.
8. De rechtbank overweegt allereerst dat eigenaren van aangrenzende percelen in ieder geval een rechtstreeks belang hebben bij besluiten die gaan over zo’n aangrenzend perceel. Dat wordt niet anders als de percelen verdeeld worden door een weg. Het perceel van de camping grenst niet direct aan het plangebied. De percelen worden van elkaar gescheiden door een natuurstrook met dichte bebossing. Wel is op de zitting gebleken dat de toegangsweg naar de camping, die aan de Groenewoudseweg (schuin tegenover het projectgebied) begint, door eiseres wordt gepacht. Eiseres heeft daarmee een zakelijk recht op deze toegangsweg. De toegangsweg raakt het projectgebied echter maar op één punt. Dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende voor de conclusie dat eiseres om die reden een rechtstreeks belang bij het bestreden besluit zou hebben. Hierbij betrekt de rechtbank dat het perceel van de camping zelf verder weg ligt en dat er vanaf dat perceel geen enkel zicht bestaat op het zonnepark door de tussengelegen natuurstrook met dichte bebossing. Ook aan de enkele vrees van eiseres voor vermindering van het aantal campinggasten kan niet de conclusie worden verbonden dat eiseres belanghebbende is in deze procedure. Die vrees is immers opgehangen aan de door eiseres verwachte subjectieve beleving door de campinggasten.
9. Gelet hierop kan eiseres niet worden aangemerkt als belanghebbende bij het bestreden besluit. Het beroep is nietontvankelijk. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
10. Op de zitting heeft de rechtbank partijen gewezen op de mogelijkheid om tegen deze uitspraak in hoger beroep te komen. Dat kan op de manier zoals onderaan dit procesverbaal staat omschreven.
Deze uitspraak is in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2021 door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, voorzitter, en mr. N.H.J.M. Veldman-Gielen en mr. J. Wolbrink, leden, in aanwezigheid van mr. N.K. de Bruin, griffier.
(de griffier is verhinderd het
procesverbaal te ondertekenen)
griffier voorzitter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop het procesverbaal van deze uitspraak is verzonden. Het proces-verbaal is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.

Op het hoger beroep tegen deze uitspraak is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Op grond van artikel 1.6a van de Crisis- en herstelwet kunnen na de genoemde zes weken geen gronden meer worden aangevoerd.