Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene]geboren op [1974] te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 25 februari 2020, is een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1974, op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek was gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en had betrekking op de noodzaak van verplichte zorg voor de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zorg nodig heeft om zijn geestelijke gezondheid te herstellen en dat deze zorg niet kan worden verleend zonder verplichte maatregelen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2020 zijn de betrokkene, zijn advocaat en een casemanager gehoord. De rechtbank heeft de verzoeken om verplichte zorg beoordeeld en geconcludeerd dat het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft daarbij de veiligheid van de zorgverleners in overweging genomen en vastgesteld dat gedwongen medicatie alleen kan worden toegepast in een opnamecontext. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 25 augustus 2020.