ECLI:NL:RBMNE:2020:961

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
C/16/496377 / FA RK 20/807
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 27 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 13 februari 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1972, die op dat moment verbleef in een zorginstelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2020 zijn de betrokkene, zijn advocaat en een psycholoog gehoord. De betrokkene gaf aan dat het beter met hem ging sinds zijn opname in de instelling en stemde in met de verzochte verplichte zorg voor een periode van zes maanden. De psycholoog bevestigde dat de zorgmachtiging nodig was om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en om te voorkomen dat hij in een gevaarlijke situatie terecht zou komen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder bipolaire stemmingsstoornissen en verslavingsstoornissen, die leiden tot ernstig nadeel en risico's voor zijn welzijn. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en verleende daarom de zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, dat niet meer nodig bleek te zijn. De machtiging geldt tot en met 27 augustus 2020.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.J. Stolwerk en schriftelijk uitgewerkt op 9 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: C/16/496377 / FA RK 20/807
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 27 februari 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H. Cornelis.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 3 februari 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 februari 2020 te [naam instelling] , op de locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene;
- de advocaat;
- mevrouw [A] , psycholoog.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychotische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
2.2.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat het op dit moment redelijk gaat met hem. In de thuissituatie ging het niet meer en moest er iets gebeuren. Sinds hij in de instelling verblijft gaat het beter. Dit komt vooral omdat er voor eten wordt gezorgd, hij verplichtingen heeft in de instelling en hij mensen om zich heen heeft. In de huidige setting is betrokkene beter in staat om voor zichzelf te zorgen. Betrokkene is het eens met het verzoek en wil graag dat de verplichte vormen van zorg die voor drie weken zijn verzocht voor zes maanden worden toegewezen. De advocaat stelt dat zij ook ziet dat het beter gaat met betrokkene in de instelling. Zij stemt er mee in om alle vormen van verplichte zorg voor zes maanden te verlenen.
2.3.
De psycholoog stelt dat de zorgmachtiging is aangevraagd om betrokkene te beschermen. De opname is vooral bedoeld om het psychologisch toestandsbeeld van betrokkene te stabiliseren en om weer toe te werken naar de thuissituatie. De wens is om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Op dit moment is het echter nog moeilijk in te schatten of de vrijwilligheid van betrokkene blijft. Het verlenen van een zorgmachtiging is daarom nodig. Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg, stelt zij dat het toedienen van vocht en voeding niet meer nodig is. Betrokkene eet goed mee in de instelling. Tevens stemt zij in om alle verzochte vormen van verplichte zorg te verlenen voor de duur van zes maanden.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire stemmingsstoornissen, middelengerelateerde en verslavingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- acute maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verwaarlozing.
2.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen zodat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychotische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gelet op de verklaring van de psycholoog neemt de rechtbank het ‘toedienen van vocht en voeding’ niet op in de beschikking.
2.8.
Gelet op hetgeen naar voren is gebracht tijdens de mondelinge behandeling verleent de rechtbank bovenstaande vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 27 augustus 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychotische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 augustus 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 27 februari 2020 mondeling gegeven en door mr. M.J. Stolwerk, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door mr. Z.E.W. Fuchs als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 9 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.