ECLI:NL:RBMNE:2020:94

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 januari 2020
Publicatiedatum
14 januari 2020
Zaaknummer
C/16/494683 / FA RK 20-64
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging van crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 januari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling familierecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlenging van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 3 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de eerder opgelegde crisismaatregel. Dit verzoekschrift was vergezeld van relevante bijlagen, waaronder een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel en een medische verklaring.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 januari 2020 waren de betrokkene, zijn advocaat mr. J.J. Stobbe, en een psychiater aanwezig. De psychiater verklaarde dat voortzetting van de crisismaatregel niet meer nodig was, en de advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, waarbij hij aangaf dat de betrokkene bereid was om vrijwillig op de afdeling te blijven.

De rechtbank oordeelde op basis van de toelichting van de psychiater dat er op dat moment geen sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Daarom werd het verzoek tot verlenging van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.A.A.T. Engbers en is schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 13 januari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/494683 / FA RK 20-64
BOPZ-nummer: OMZ399040
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 6 januari 2020van de rechtbank Midden-Nederland naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1997,
wonende [woonplaats] , Polen,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. Stobbe, gevestigd te Utrecht.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 3 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 3 januari
2020
- de medische verklaring d.d. 2 januari 2020.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 januari 2020 op de locatie [naam locatie] , [.] te [plaatsnaam] .
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene, bijgestaan door de tolk mevrouw E.U. Kobus,
- de advocaat van betrokkene,
- de heer [A] , psychiater.

2.Beoordeling

2.1
De psychiater heeft op de zitting toegelicht dat voortzetting van de crisismaatregel niet meer nodig is. De advocaat van betrokkene heeft daarom gepleit voor afwijzing van het verzoek. Volgens de advocaat is betrokkene bereid om nog enkele dagen vrijwillig op de afdeling te blijven.
2.2
De rechtbank is op grond van de toelichting van de psychiater ter zitting van oordeel dat er ten aanzien van betrokkene op dit moment geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, dat vermoedelijk wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.

3.Beslissing

3.1
De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 6 januari 2020 mondeling gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, rechter, en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door E. Berghuis als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 13 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open