Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
1. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 1] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen [eiseres sub 1] .,
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [eiseres sub 2] ,
3.
[eiser sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [eiser sub 3] ,
eiseressen in conventie,
gedaagden in reconventie, hierna tezamen te noemen: [eisers] ,
gemachtigde mr. S. Hamerling,
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde mr. E. van der Hoeden.
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 januari 2020
- de eis in reconventie van [gedaagde] , binnengekomen ter griffie op 14 februari 2020
- de producties 1 t/m 10 van [gedaagde]
- de aanvullende producties 16 t/m 19 van [eisers] .
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
13 januari 2020 ondervindt [eisers] problemen met het internet. Daarnaast heeft [gedaagde] aangekondigd dat [eisers] per 1 maart 2020 geen internettoegang meer krijgt via het modem van [gedaagde] , maar dat zij vanaf die datum voor een eigen internetaansluiting moet zorgen.
€ 124,00 aan griffierecht en € 720,00 aan salaris gemachtigde.
6.De beslissing
€ 1.000,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00;