ECLI:NL:RBMNE:2020:914

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
10 maart 2020
Zaaknummer
C/16/497234 / FA RK 20-1127
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Op 17 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 13 februari 2020 een verzoek ingediend om de op 12 februari 2020 opgelegde crisismaatregel voort te zetten. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2020 zijn de betrokkene, zijn advocaat mr. H. Hooijer, en twee psychiaters gehoord. De betrokkene, geboren in 1995, verblijft in een instelling en heeft aangegeven niet te begrijpen waarom hij is opgenomen. Zijn advocaat pleitte voor afwijzing van de voortzetting van de maatregel, stellende dat er geen ernstig nadeel is en dat de betrokkene goed kan omgaan met vrijheden. De behandelend psychiater daarentegen vond het noodzakelijk om de crisismaatregel voort te zetten, gezien de toestand van de betrokkene en zijn weigering om medicatie te nemen. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name in de vorm van agressie naar derden en lichamelijk letsel, en dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 9 maart 2020, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.R. Scharrenborg en schriftelijk uitgewerkt op 3 maart 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/497234 / FA RK 20-1127
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 17 februari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te Fivoor, locatie [locatie] te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H. Hooijer.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 12 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn (onder meer) de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 12 februari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 12 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020, bij Fivoor op de locatie [locatie] te [vestigingsplaats] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene,
- mr. H. Hooijer, de advocaat,
- mevrouw J. Corthals, behandelend psychiater,
- de heer T. Benschop, psychiater.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
opnemen in een accommodatie.
2.2.
De betrokkene heeft op de mondelinge behandeling verklaard dat hij niet begrijpt waarom hij is opgenomen. Hij zegt dat het goed met hem gaat en dat hij zich rustig gedraagt. De voorgeschreven medicijnen slikt hij liever niet.
2.3.
De advocaat voegt hier aan toe dat betrokkene geen stemmen hoort, niet achterdochtig is en dat zijn kamer netjes is. Primair pleit de advocaat voor afwijzing van de voortzetting van de crisismaatregel. Betrokkene is een rustige jongen en er is dan ook geen sprake van ernstig nadeel. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg heeft de advocaat het volgende opgemerkt. Het toedienen van medicatie moet niet worden opgenomen. Tevens is het beperken van de bewegingsvrijheid overbodig, omdat betrokkene goed kan omgaan met vrijheden. Ook voor het verlenen van de vorm van verplichte zorg voor onderzoek aan de kleding of lichaam en het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, ziet de advocaat geen aanleiding. Betrokkene gebruikt geen drugs, het opnemen van verplichte zorg in de vorm van het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen is volgens haar dan ook overbodig.
Subsidiair pleit de advocaat voor verkorting van de duur van de voortzetting van de crisismaatregel. De crisismaatregel is op 15 februari 2020 beëindigd. Voor de duur van de voortzetting van de crisismaatregel zou volgens haar dan ook vanaf 15 februari 2020 moeten worden gerekend en niet vanaf de dag van het uitspreken van de voortzetting.
2.4.
De behandelend psychiater vindt het noodzakelijk om de crisismaatregel voort te zetten. Betrokkene is al langere tijd met zijn medicijnen (antipsychotica) gestopt. Het gaat dan ook minder goed met betrokkene. Zij ziet dat betrokkene last heeft van de onrust in zijn hoofd. Tevens is betrokkene afgevallen en eet hij niet goed. Nu betrokkene slecht eet, vindt zij dat de verplichte zorg in de vorm van het toedienen van vocht en voeding nodig is. Dit zal worden verleend door het geven van bijvoeding. De psychiater stelt dat de verplichte zorg in de vorm van onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen nodig zijn, omdat betrokkene in het verleden tijdens zijn psychose veel alcohol gebruikte. Indien het nodig is zou zij hierop dan ook graag willen controleren.
De vorig behandelend psychiater sluit zich aan bij het standpunt van de behandelend psychiater. Hij vult aan dat hij zich zorgen maakt om betrokkene. Betrokkene kan nu niet goed voor zichzelf zorgen en komt in conflicten terecht. Nu betrokkene zijn medicijnen niet inneemt stelt hij dat het van belang is dat zij de medicatie kunnen toedienen.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in agressie naar derden en ernstig lichamelijk letsel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de volgende vormen van verplichte zorg, te weten,
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
j. opnemen in een accommodatie;
noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Op grond van de toelichting van de psychiaters ter zitting, vindt de rechtbank het nodig dat alle gevraagde vormen van verplichte zorg voor de periode van de voortzetting van de crisismaatregel wordt toegestaan.
Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden, en aldus geldt tot en met 9 maart 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [1995] te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
j. opnemen in een accommodatie.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 maart 2020.
Deze beschikking is op 17 februari 2020 mondeling gegeven door mr. A.R. Scharrenborg, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door mr. Z.E.W. Fuchs als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 3 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.