Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
- de medische verklaring d.d. 8 februari 2020
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 11 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerder opgelegde crisismaatregel op 8 februari 2020. De rechtbank heeft de betrokkene, geboren in 1967, die verblijft in GGz Centraal, gehoord, evenals zijn advocaat mr. M. Meijer, de psychiater D.G.H. Krol en een begeleider. De officier van justitie was niet aanwezig tijdens de mondelinge behandeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig psychotisch beeld bij de betrokkene, wat leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel. De psychiater heeft verklaard dat medicamenteuze behandeling noodzakelijk is. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is, met specifieke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor een periode van drie weken, tot en met 3 maart 2020, en heeft het meer verzochte afgewezen.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter P.J.G. van Osta en is schriftelijk uitgewerkt op 4 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.