4.3Het oordeel van de rechtbank
Overlijden [slachtoffer]
Op woensdag 9 september 2015 rond 18:20 uur geeft een centralist van de regionale meldkamer door dat een persoon is neergeschoten in [straat] te [woonplaats] .De politie komt ter plaatse en treft ter hoogte van [adres] een blauwe Ford Ka aan. In deze auto zit een man met zijn hoofd voorover gebogen. De politie ziet dat er bloed uit zijn neus en mond komt en dat er drie kogelwonden in het hoofd van de man zitten.De inmiddels gearriveerde ambulancemedewerkers geven aan dat ze niets meer voor de man kunnen betekenen.De overleden man is [slachtoffer] , geboren op [1956] , 59 jaar oud geworden.
Er wordt een gerechtelijke sectie verricht aan het lichaam van [slachtoffer] en de conclusie is dat hij is overleden als gevolg van meerdere bij leven opgelopen schotverwondingen.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat zij op woensdag 9 september 2015 op [straat] fietste. Zij fietste langs een kleine blauwe personenauto die bezig was om in te parkeren en zij zag op dat moment een geheel in het zwart gekleed persoon aan komen lopen in de richting van het voertuig. De persoon had een motorhelm op en hield iets in zijn hand dat op een Maglite zaklamp leek. Toen de persoon het voertuig op ongeveer één meter was genaderd, richtte deze persoon het voorwerp op de bestuurder van de auto. Getuige hoorde drie korte harde knallen en zij zag vuurflitsen uit het voorwerp komen. Zij zag dat de bestuurder van het voertuig in elkaar zakte.
E-mailadres [e-mailadres]
In het dossier zit een proces-verbaal van identificatie van 6 augustus 2019. In dat proces-verbaal relateert de verbalisant ( [nummer] ) dat de gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres] (hierna: het Vf7-adres) kan worden geïdentificeerd
als: [verdachte] , geboren op [1988] te [geboorteplaats] (Marokko).
Op 20 juli 2015 wordt door het Vf7-adres het eerst ontsloten bericht gestuurd aan [A] (geïdentificeerd als de persoon die gebruik maakte van 8NG-adres) met de tekst: “
Oke yoo met [bijnaam 1] ”. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat de gebruiker van het Vf7-adres bekend staat onder de bijnaam “ [bijnaam 1] ”.In het onderzoek 26Koper is vastgesteld dat “ [bijnaam 1] ” de bijnaam is van verdachte.
Tijdens de terechtzitting op 4 december 2019 heeft de raadsman van verdachte verzocht om de beschikking te krijgen over de berichten die zijn gestuurd naar en verzonden vanaf het Vf7-adres. Verdachte heeft hierover tijdens de zitting verklaard:
“Voor de waarheidsvinding is het van belang dat ik inzage krijg in mijn berichten die ik heb verstuurd en ontvangen. Alles wordt uit de context gehaald en er wordt een verkeerde samenvatting gemaakt.”
De tijdsaanduiding bij de berichten uit de Ennetcom-databank betreft UTC tijd. In Nederland geldt in de winter UTC+1 en in de zomer UTC+2. De tijdsaanduiding in de inhoud van de berichten is afhankelijk van de tijdsinstellingen op het betreffende telefoontoestel.
Omdat zal worden verwezen naar samenhang tussen berichten en gebeurtenissen, zal de rechtbank telkens de Nederlandse tijd noemen die bij het bericht hoort. Aangezien de meeste berichten tijdens de zomertijd zijn verstuurd, betekent dit dat er twee uur wordt opgeteld bij de UTC tijd.
Het Vf7-adres verstuurde de volgende berichten aan [e-mailadres] (hierna: het 8NG-adres):
-
Oke yoo met [bijnaam 1] (20 juli 2015)
-
Nee sir hahaha die heb k altijd [B] en [C] kantoor (21 juli 2015)
-
K weet sir maar k denk dat boek bang was dat iederen was op gehaaid en hij geen doekoe had daarvoor om advo te betalen snapie dat denk sir(29 juli 2015 om 16:11 uur)
-
Jah dat denk k ook sir maar jah die advo zij nog tegen me zus dat hij hem wou houden blabla toen dag k van jah hij denk dat tie geen pap had voor advo. dat dag me zus ook en die ken hem snapie(29 juli 2015 om 16:16 uur)
Observeren [winkel]
Het Vf7-adres verstuurde op 29 juli 2015 de volgende berichten aan het 8NG-adres:
-
Oke en waar zijn ze gekocht sir daar tog bij de [winkel] zeker(00.46 uur)
-
Oke welk die we laats zagen sir of die andere want je heb er 2 ouwe die we laats zagen
met zweapen en kale ouwe die vroeger scoutoe was(01.36 uur)
-
Ja en je heb en ander eigen naar die kale die ouwe man hij heeft zo jeep auto Porsche
cajen die is die ouwe scoutoe manetje(01.40 uur)
-
Of die ander ouwe die we laats zagen 1 van die 2 heben de woord daar en die ander
zijn werk manetjes meestal is die ouwe daar die we laats zagen die help de klanten
denk ook dat hij dan heb gepraat om dat tie ze heb geholpen(01.42 uur)
-
U bedoel die ouwe van laats tog die we hebben gezien die weet k niet dan ga k we’ll
even posten daar wat voor auto hij heeft(01.42 uur)
-
Oke jah dan alle 2 maar pitten geen een over laten(02.13 uur)
Het Vf7-adres verstuurde op 10 augustus 2015 de volgende berichten aan het 8NG-adres:
-
Jah klopt 50 zeker die blond is rond de 40 die eigen tog(15.08 uur)
-
Hij heeft altijd en blous aan sir tog hij is zelf grijs beetje(15.10 uur)
-
Jah dat is goed sir die man die hij bedoelt heeft tie bruin haar sir(17.21 uur)
-
Oke sir kan dat hij met op vakantie is die ouwe sir(17.25 uur)
-
Oke sir k ga zo met hem afspreken(17.23 uur)
-
Jah sir k ben mrg niet hem sir k ga hij de bus halte zitten sir bij kenaal hij laat
me weten als tie vertrek alles tie langs mij rijd zie k hem sir die hond dan geef k door dat het de goeie is of niet maar k denk het we’ll sir dat hij de goei heeft(21.22 uur)
Het Vf7-adres verstuurde op 11 augustus 2015 de volgende berichten aan het 8NG-adres:
-
Jah sir hij had hem gezien weg rijden maar [bijnaam 2] zeg hij is binnen 5 min rijd tie
meestal langs de kenaal maar hij kwam niet(10.56 uur)
-
K ben er sir hahaha k zit naar die honden kopen bekijken van ze(12.51 uur)
-
Jah sir k heb hem die vlikker laten zien die wij hebben gezien laats aan wie we pap
hebben gegeven(12.52 uur)
-
Jah sir k heb hem die ouwe laten zien sir die ons had geholpen heeft die dag en die de
boys heeft herkend die meestal iederen help sir snapie voor zit en je heb die ouwe man
kale boven zijkant haar die altijd achter zit in de bureau 1 van hen zit je goed sir kijk u maar wie k heb hem die man aan gewezen die ons altijd help(13.06 uur)
-
Oke sir k heb hem de juiste laten zien sir die we pap haden gegeven(13.11 uur)
-
Oke sir ieder geval hij weet nu wie geef hem 3 dagen om goed alles te kijken bij deze
dan kan tie gaan sir(13.16 uur)
‘ [bijnaam 2] ’ blijkt de bijnaam te zijn van [medeverdachte 1] .
In het ‘Proces-verbaal Bevindingen gebruik PGP verdachte [medeverdachte 1] ’ van 3 februari 2017 relateert verbalisant [verbalisant] dat tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] in [woonplaats] op 3 februari 2016 een pgp-telefoon is gevonden die is gebruikt in combinatie met het e-mailadres [e-mailadres] (hierna: het 65G-adres). De verbalisant relateert dat [medeverdachte 1] via het 65G-adres heeft gecommuniceerd.
Het 65G-adres verstuurde op 10 september 2015 het volgende bericht aan het 8NG-adres:
Ja sir ik hoef eigenlijk niet te kijken dat is die man die [bijnaam 1] mij heeft aangewezen sir
maar ik ga ff nu kijken ap u zo. (14.29 uur)
Bewijsoverwegingen
Gelet op de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
[verdachte] gebruiker [e-mailadres]
De rechtbank stelt vast dat verdachte de gebruiker is geweest van het Vf7-adres en meerdere berichten heeft verzonden waaruit valt af te leiden dat hij observaties heeft uitgevoerd rondom de [winkel] en [slachtoffer] .
Dubbel opzet ter zake medeplichtigheid
In artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr.) is het opzettelijk behulpzaam zijn bij, of het opzettelijk gelegenheid/middelen/inlichtingen verschaffen tot een door ander begaan misdrijf strafbaar gesteld als medeplichtigheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte gedurende de periode van 29 juli 2015 tot en met 11 augustus 2015 aan medeverdachte [medeverdachte 1] en [A] inlichtingen heeft verschaft ten aanzien van [slachtoffer] , zijn auto, de [winkel] en diens medewerkers. Verdachte heeft [slachtoffer] aan medeverdachte [medeverdachte 1] aangewezen als de persoon die hij diende te observeren teneinde het voor de schutter mogelijk te maken om hem te liquideren.
Voor een bewezenverklaring van medeplichtigheid als bedoeld in artikel 48 onder 1° of 2° Sr. moet komen vast te staan dat verdachtes opzet (al dan niet in voorwaardelijke vorm) was gericht op het behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf dan wel op het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf en voorts dat verdachtes opzet al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op het door de dader(s) gepleegde misdrijf (gronddelict). Daarbij geldt dat het (voorwaardelijk) opzet van de medeplichtige niet gericht hoeft te zijn op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan.
Uit de inhoud van de berichten van verdachte volgt dat hij wetenschap heeft gehad van het feit dat zijn inlichtingen van belang waren voor het uitvoeren van de liquidatie. Hij heeft [slachtoffer] aangewezen aan medeverdachte [medeverdachte 1] . En toen twijfel bestond over het antwoord op de vraag welke persoon moest worden gevolgd, en vermoord, stuurde verdachte het volgende bericht:
Oke jah dan alle 2 maar pitten geen een over laten (29 juli 2015)
Pitten is codetaal voor vermoorden. Dat wordt ondersteund door de tekst ‘
geen een over laten’. Verdachte wist dus dat er iemand zou worden vermoord.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte opzet heeft gehad op het verstrekken van inlichtingen teneinde [slachtoffer] te laten liquideren. Daarmee is voldaan aan het vereiste van dubbel opzet. Op grond van het voorgaande komt voor een bewezenverklaring in aanmerking dat verdachte medeplichtig is aan de moord op [slachtoffer] . Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] (verdachte heeft [slachtoffer] aan [medeverdachte 1] aangewezen als de persoon die hij verder moest observeren), komt ook het ten laste gelegde medeplegen van de medeplichtigheid voor een bewezenverklaring in aanmerking. De rechtbank zal daartoe overgaan.
[medeverdachte 2] als medepleger
In de tenlastelegging is [medeverdachte 2] als medepleger opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor de betrokkenheid van [medeverdachte 2] als medepleger. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal verdachte derhalve worden vrijgesproken.