ECLI:NL:RBMNE:2020:842
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in beroepschriftprocedure
Op 5 maart 2020 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. A.J.P. Schotman. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 28 februari 2020 in het kader van een beroepschriftprocedure met zaaknummer 8266383 UM VERZ 20-32. De wrakingskamer heeft besloten af te zien van een mondelinge behandeling van het verzoek.
De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op grond van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek na een einduitspraak in de betreffende zaak is ingediend. Dit betekent dat de rechter op dat moment de zaak niet meer behandelde, waardoor het doel van de wraking niet meer kan worden bereikt.
De wrakingskamer concludeert dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De griffier is opgedragen om de beslissing toe te zenden aan de betrokken partijen, waaronder de gewraakte rechter en de voorzitter van het team strafrecht.