Uitspraak
SHS ANTWERP AVIATION N.V. IN FAILLISSEMENT,
gevestigd te Deurne (België),
eiseres van de vordering,
verweerster op de voorwaardelijke tegenvordering,
hierna te noemen: SHS,
advocaten mr. J.B.J. van der Kolk en mr. J.G.M. de Koning,
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster op de vordering,
eiseres van de voorwaardelijke tegenvordering,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat mr. T.M. Maters te Huissen.
1.De procedure
- de procesinleiding met producties 1 tot en met 8,
- het verweerschrift tevens voorwaardelijke tegenvordering, met producties 1 tot en met 12,
- het verweerschrift tegen tegenvorderingen met producties 9 tot en met 12,
- de brief van [gedaagde] van 13 september 2019 met producties 13 tot en met 16,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 24 september 2019,
- de akte uitlaten gevolgen faillissement van SHS met producties 13 en 14,
- de akte uitlating gevolgen faillissement van [gedaagde] met productie 17.
2.De feiten
guarantee”. Deze betaalde borgsom gaf [gedaagde] zekerheid voor de betaling van de loon- en administratiekosten voor het personeel dat via [gedaagde] bij SHS gedetacheerd was. SHS en [gedaagde] zijn daarna een “
Contract Amendment” overeengekomen, op grond waarvan Schedule 8 van de overeenkomst is gewijzigd en SHS nog een aanvullend bedrag van € 30.000,00 heeft betaald aan [gedaagde] als borgsom. In totaal heeft SHS een borgsom betaald van € 80.000,00 aan [gedaagde] (hierna aangeduid als ‘de borgsom’).
GoToMyFlight Configuration/API”.
Recruitment fee”.
(…) We therefore suggest to come to an agreement in which we allow you to contract the crew currently under contract with [gedaagde] directly under SHS Belgium (...)”
(…) I am looking forward to your proposal in taking over the pilots to your own payroll.”
1. I feel ashamed that 4 pilots namely [D] , [E] , [F] and [G] see their contract end at April 30 and have no official news about their future. If you want to lose pilots please continue like.
please confirm that you are OK with this (…)”
We wont be doing anything to the deposit until the end of the contract. We expect the full invoice amount in order to pay the crew on time.”
Insurance 2017” voor een bedrag van € 12.339,12 en (ii) voor “
Insurance 2018” voor een bedrag van € 14.151,84. De factuur voor het jaar 2017 is door SHS betaald.
3.Het geschil
4.De beoordeling
voor verrekening bij insolventie[cursivering toegevoegd, rechtbank] gelden.
If Airline wishes”. SHS heeft ter onderbouwing van haar standpunt zich op een e-mailwisseling van 20 april 2018 beroepen, maar zij heeft niet de volledige e-mailwisseling ingediend. [gedaagde] heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling als productie 13 wel de volledige e-mailwisseling overgelegd.
5. Dedication of Crew Members & Recruitment Fee
start date” en een “
last date” is opgenomen. Dit zijn respectievelijk de datum dat de medewerker in dienst is getreden bij [gedaagde] en de datum dat de medewerker uit dienst is getreden van [gedaagde] , om vervolgens in dienst te treden van SHS. In de kolom ‘status’ staat dan vermeld “
change to local”, dit betekent dat de desbetreffende medewerker is overgenomen door de luchtvaartmaatschappij. Dit heeft SHS niet weersproken. Op grond van dit overzicht is voor tien medewerkers een recruitment fee verschuldigd en dit komt in totaal neer op een bedrag van € 42.120,00.
management fee”. SHS betoogt ook dat deze kosten vallen onder de “
Charge Back Cost” zoals bedoeld in artikel 3.1.
of this Schedule 7;(…)”
all termination related costs”) is naar het oordeel van de rechtbank duidelijk dat deze kosten ruim moet worden opgevat. Het ziet op alle kosten die betaald moeten worden aan of voor een “
Crew Member” en - zo begrijpt de rechtbank dit - het gaat daarbij om kosten die gemaakt zijn in het kader van de beëindiging (“
termination”) van een detachering bij een luchtvaartmaatschappij.
Charge Back Cost” van artikel 3.1 van Schedule 7. [gedaagde] heeft gesteld, en SHS heeft dit niet betwist, dat deze kosten niet eerder in rekening zijn gebracht. De rechtbank komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat SHS de factuur moet betalen. Uit artikel 2.1 in combinatie met artikel 2.2.1. van Schedule 7 volgt dat een “
multiplier” van 7% van toepassing is op “
all termination related costs as set out in Section 3.1 (e) of this Schedule 7[bedoeld wordt artikel 3.1.5. van Schedule 7, Rechtbank]”. Dit betekent dat [gedaagde] een opslag van 7% verschuldigd is.
Death and Permanent Total Disablement” en “
Temporary Total Disablement” voor door [gedaagde] bij SHS gedetacheerde piloten.
Charge Back Costs”. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Als dit argument niet opgaat, dan betoogt SHS dat indien vast zou komen te staan dat zij deze verzekeringskosten verschuldigd is, zij maximaal de helft van dit bedrag verschuldigd is (te weten € 7.075,92) omdat de overeenkomst tussen [gedaagde] en SHS geëindigd is per 30 juni 2018. [gedaagde] heeft volgens SHS geen rekening gehouden met crediteringen van de verzekeraar of heeft geen stappen ondernomen om die crediteringen te bewerkstelligen.
Insurance of Airline”) en 4B (“
Insurance of Agency”) zijn niet ingevuld.
personal accident and medical insurances”een “
charge back cost” is. Het is op grond van de overeenkomst onduidelijk of de door [gedaagde] ingediende factuur, die ziet op “
Death and Permanent Total Disablement” en “
Temporary Total Disablement”, valt onder artikel 8 van Schedule 1. [gedaagde] heeft aangevoerd dat dit kosten zijn die voor rekening van SHS komen, omdat SHS ook voor het jaar 2017 dezelfde verzekeringskosten heeft betaald. SHS heeft tijdens de mondelinge behandeling bevestigd dat zij de op 3 april 2018 door [gedaagde] gestuurde factuur voor het jaar 2017 heeft betaald.
payslips”). Zij stelt dat zij op grond van Schedule 7 hier aanspraak op kan maken.
Standard Service Fee” en dat [gedaagde] deze al in haar maandelijkse facturen in rekening heeft gebracht bij SHS. Als dit toch nog niet in rekening is gebracht, dan betoogt SHS dat [gedaagde] dit maandelijks had moeten factureren. Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat [gedaagde] zich nu op verrekening van deze kosten beroept. [gedaagde] heeft betwist dat deze kosten onder de “
Standard Service Fee” vallen.
1. Standard Service Fee:
Standard Service Fee” is door [gedaagde] maandelijks gefactureerd. Dit volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de ingediende maandelijkse facturen waarin op iedere factuur een bedrag in rekening is gebracht per crew member. Dit bedrag stemde overeen met de bedragen zoals vermeld in de hierboven opgenomen tabel. De vraag is of in de “
Standard Service Fee” de kosten voor het gebruik van de app en de loonstrookjes zijn opgenomen, zoals SHS betoogt.
1. Standard Service Fee” van Schedule 7 vallen, leidt de rechtbank af dat bedoeld is dat de kosten van het gebruik van de app en de loonstrookjes onder de “
Standard Service Fee” vallen. Dit wordt ondersteund door het feit dat [gedaagde] de kosten voor het gebruik van de app en de loonstrookjes nooit separaat in rekening heeft gebracht bij SHS, terwijl [gedaagde] wel maandelijks de “
Standard Service Fee” in rekening heeft gebracht. Dit wordt tevens ondersteund door artikel 1.5 van Schedule 7 (voor wat betreft de kosten van de “
GotoMyFlight Configuration/API”). Dit artikel vermeldt uitdrukkelijk dat het hier om een eenmalig bedrag (“
one off payment”) gaat van € 5.000,00, dit in tegenstelling tot artikel 1.3 en 1.4 van de overeenkomst. Dit bedrag voor de “
GotoMyFlight Configuration/API” is ook gefactureerd aan SHS. [gedaagde] heeft in het licht van deze feiten en omstandigheden, niet onderbouwd op grond waarvan de kosten voor het gebruik van de app en de kosten voor de loonstrookjes afzonderlijk gefactureerd mochten worden. De rechtbank is daarom van oordeel dat de kosten voor de loonstrookjes en het gebruik van de app inbegrepen zijn in de “
Standard Service Fee”.
Standard Service Fee” kosten zouden vallen, zij van oordeel is dat deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt. [gedaagde] heeft namelijk niet aangetoond dat er voor medewerkers die niet via haar bij SHS gedetacheerd werden een grondslag voor betaling van deze kosten bestond. Daarnaast heeft [gedaagde] - voor wat betreft de medewerkers die wél via haar gedetacheerd werden bij SHS - niet inzichtelijk gemaakt om hoeveel medewerkers dit iedere maand ging. Dit wordt hierna toegelicht.
4 Payment
Contract Amendment”. De tussen partijen gesloten overeenkomst is een handelsovereenkomst en de borgsom is te laat terugbetaald door [gedaagde] . Partijen hebben weliswaar geen specifieke afspraken gemaakt wanneer de borgsom terugbetaald moest worden door [gedaagde] , maar uit de e-mail van 17 mei 2018 van [A] volgt dat [gedaagde] het bedrag bij het einde van de overeenkomst tussen SHS en [gedaagde] zou terugbetalen. De overeenkomst is geëindigd op 30 juni 2018, zodat de borgsom op 30 juni 2018 terugbetaald had moeten worden. Over de terugbetaling van de borgsom is daarom de wettelijke handelsrente verschuldigd. Dit wordt toegewezen met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling. Dit betekent dat de wettelijke handelsrente wordt toegewezen vanaf 1 juli 2018 over het bedrag van € 29.604,24.
2.432,50(3,5 punt × tarief € 695,00)