ECLI:NL:RBMNE:2020:771

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
2 maart 2020
Zaaknummer
C/16/496814 / FA RK 20-978
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had op 6 februari 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de eerder opgelegde crisismaatregel, die was ingesteld vanwege administratieve problemen met betrekking tot de zorgmachtiging. Betrokkene, geboren in 1963 in Noorwegen, verblijft in een instelling en heeft verklaard dat hij daar wil blijven. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende zorgverleners gehoord, waaronder een psychiater en verpleegkundigen, die de situatie van betrokkene toelichtten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om het gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen af te wenden. De rechtbank heeft de duur van de machtiging beperkt tot twee weken, omdat betrokkene in mindere mate rechtsbescherming heeft gehad door het ontbreken van een zorgmachtiging. De toegewezen vormen van verplichte zorg omvatten medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, insluiting en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft het verzoek om verdergaande maatregelen afgewezen en de machtiging verleend tot en met 24 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/496814 / FA RK 20-978
betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 10 februari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] (Noorwegen),
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.G.J. Booij.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 6 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van
6 februari 2020
- de medische verklaring van 6 februari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
10 februari 2020, op de locatie [naam instelling] , [naam locatie] te [plaatsnaam] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene en zijn advocaat,
- de heer [A] , psychiater,
- de heer [B] , verpleegkundig specialist,
- mevrouw [C] , verpleegkundige.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat hij het liefst in de instelling wil blijven. De advocaat heeft daaraan toegevoegd dat dit het tweede verzoek is tot voortzetting van de crisismaatregel. De advocaat begrijpt niet waarom er geen verzoek is gedaan tot het verlenen van een zorgmachtiging. De wet voorziet namelijk niet in de mogelijkheid om een tweede keer om een voortzetting van crisismaatregel te vragen. Bij een crisismaatregel heeft betrokkene in een mindere mate rechtsbescherming. Gelet op het voorgaande en het feit dat onvoldoende is gemotiveerd waarom er is gekozen om voor een tweede keer een voortzetting van de crisismaatregel te verzoeken, moet het verzoek worden afgewezen. Subsidiair refereert de advocaat zich namens betrokkene aan het oordeel van de rechtbank.
De psychiater heeft verklaard dat betrokkene lijdt aan Parkinson en dat de psychoses die betrokkene heeft daarmee samenhangen. Recent heeft er nog een incident plaatsgevonden waarbij betrokkene een verpleegkundige heeft geschopt. De verpleegkundig specialist heeft daaraan toegevoegd dat betrokkene regelmatig zegt dat hij weg wil. Het klopt dat er voor een tweede keer verzocht wordt om voortzetting van de crisismaatregel. Het is wegens administratieve problemen niet gelukt om op tijd een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging in te dienen.
Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg is verklaard dat het verplicht toedienen van vocht, voeding en medicatie, zoals genoemd onder
a, niet nodig is.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in het gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van neurocognitieve stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de volgende vormen van verplichte zorg, te weten,
a. het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
j. opnemen in een accommodatie;
noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De officier van justitie heeft verzocht om ook het verplicht toedienen van vocht, voeding en medicatie toe te wijzen. Gelet op wat er is verklaard tijdens de zitting ziet de rechtbank hier geen aanleiding voor.
De advocaat heeft gevraagd het verzoek af te wijzen omdat dit een tweede verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel betreft. De rechtbank gaat hier niet in mee. Namens de instelling is uitgelegd dat er wegens administratieve problemen geen gelegenheid was om een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging in te dienen. Op 6 februari 2020 is er daarom opnieuw een inschatting gemaakt en een crisismaatregel verleend. Het is duidelijk dat de procedure voor een zorgmachtiging op dat moment niet kon worden afgewacht.
De advocaat heeft terecht aangevoerd dat betrokkene hierdoor in mindere mate rechtsbescherming heeft gehad. De rechtbank zal de duur van de machtiging daarom beperken tot twee weken.
2.5.
De toegewezen vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van twee weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] (Noorwegen), met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
j. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 februari 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 10 februari 2020 mondeling gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door H. Meerveld als griffier, en op
28 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.