ECLI:NL:RBMNE:2020:744

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
7935870 UC EXPL 19-7899
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en proceskostenveroordeling

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, is KAV Autoverhuur B.V. als eisende partij opgetreden tegen een andere besloten vennootschap, aangeduid als [gedaagde] B.V. De zaak betreft de betaling van twee openstaande facturen, die samen een bedrag van € 282,66 bedragen, plus buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten. KAV Autoverhuur stelt dat [gedaagde] in 2015 een Mercedes trekker en een trailer heeft gehuurd, maar [gedaagde] betwist dat er een huurovereenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat KAV Autoverhuur onvoldoende bewijs heeft geleverd om de vordering te onderbouwen. De enige bewijsstukken die zijn overgelegd zijn de facturen, maar er ontbreekt bewijs van een ondertekende overeenkomst of opdrachtbevestiging. KAV Autoverhuur heeft wel getuigen aangeboden, maar het aanbod is te vaag om als bewijs te worden aanvaard. De kantonrechter heeft daarom de vordering afgewezen.

Wat betreft de proceskosten heeft de kantonrechter geoordeeld dat [gedaagde] in de kosten moet worden veroordeeld, omdat deze niet heeft gereageerd op eerdere betalingsherinneringen van KAV Autoverhuur. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat [gedaagde] door niet te reageren op de aanmaningen, KAV Autoverhuur heeft gedwongen om een gerechtelijke procedure te starten. De proceskosten zijn vastgesteld op € 351,27, inclusief griffierecht, kosten van de dagvaarding en het salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 5 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7935870 UC EXPL 19-7899 JK/880
Vonnis van 5 februari 2020
In de zaak van
de besloten vennootschap
KAV Autoverhuur B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
verder ook te noemen KAV autoverhuur,
eisende partij,
gemachtigde: S. Baldinger,
tegen:
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door [A] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
Een conclusie van dupliek heeft [gedaagde] ondanks de gelegenheid daarvoor niet ingediend.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] twee openstaande facturen aan KAV autoverhuur moet betalen. Volgens KAV autoverhuur heeft [gedaagde] op of omstreeks [datum] 2015 een Mercedes trekker city en een trailer bij haar gehuurd.
2.2.
KAV autoverhuur vordert in deze procedure om [gedaagde] te veroordelen om de hoofdsom van € 379,14 te betalen. Dit bedrag bestaat uit de twee facturen van samen
€ 282,66. Daar komen dan nog de buitengerechtelijke incassokosten, de rente en de proceskosten bij.

3.De beoordeling

3.1.
Omdat [gedaagde] betwist dat er door hem ondertekende opdrachtbevestigingen zijn die ten grondslag aan de facturen liggen gaat het in deze zaak om de vraag of er een huurovereenkomst voor de trekker en trailer tot stand is gekomen.
3.2.
De kantonrechter constateert dat KAV autoverhuur twee facturen bij de dagvaarding heeft gevoegd maar dat verder bewijs voor de verhuur van de trekker en trailer aan [gedaagde] op [datum] 2015 ontbreekt. Een kopie van het rijbewijs van [B] die de voertuigen namens [gedaagde] zou hebben opgehaald en toen werkzaam was bij of voor [gedaagde] , is onvoldoende om een overeenkomst aan te nemen. KAV autoverhuur geeft aan dat zij uit haar oude systeem verder geen gegevens meer kan achterhalen. Wel heeft zij aangeboden om door middel van getuigen bewijs te leveren. De heer [C] en de heer [D] zouden kunnen getuigen. Wat de heer [C] kan verklaren, daar zegt KAV autoverhuur niets over. Volgens KAV autoverhuur was [D] nauw betrokken bij de verhuur van de betreffende trekker-oplegger maar zij legt niet uit of en wat hij kan verklaren over een opdracht of overeenkomst die hieraan ten grondslag ligt. Zo wordt niet concreet wat de getuigen over een huurovereenkomst van 9 juli 2015 met [gedaagde] kunnen verklaren. Daarmee blijft het bewijsaanbod te vaag en passeert de kantonrechter dit aanbod. Het was aan KAV autoverhuur om met meer te komen. Bijvoorbeeld een overeenkomst of een getekende opdracht(bon) dan wel een schriftelijke verklaring van de heer [D] of de heer [C] over wat zij nu nog weten en kunnen verklaren over een overeenkomst op [datum] 2015 met [gedaagde] .
3.3.
In deze procedure is dus niet gebleken van een overeenkomst op grond waarvan [gedaagde] de facturen aan KAV autoverhuur zou moeten betalen. De conclusie is dat de kantonrechter de vordering zal afwijzen.
3.4.
Over de vraag wie de proceskosten moet betalen geldt het volgende. Uit de stukken blijkt dat KAV autoverhuur meerdere betalingsherinneringen aan [gedaagde] heeft gestuurd. [gedaagde] ontkent dat ook niet maar heeft daar niet op gereageerd. Als [gedaagde] niet op aanmaningen reageert van facturen die volgens haar onjuist zijn, kan KAV autoverhuur eventuele fouten niet herstellen en zal om de facturen betaald te krijgen een gerechtelijke procedure starten. Door in het geheel niet te reageren jaagt men zo de ander op kosten. Pas in deze procedure komt [gedaagde] met het verweer dat er geen opdrachtbevestigingen zijn. [gedaagde] had dat standpunt al eerder aan KAV autoverhuur kunnen laten weten. Deze procedure met de bijbehorende kosten was dan mogelijk voorkomen. De kantonrechter ziet daarom reden om [gedaagde] in de proceskosten te veroordelen. Het gaat in totaal om € 351,27, de optelsom van het griffierecht van € 121,--, exploot van de dagvaarding € 86,27 en het salaris € 144,-.

4.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van KAV autoverhuur, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 351,27, waarin begrepen € 144,-- aan salaris gemachtigde;
verklaart deze proceskosten veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2020.