ECLI:NL:RBMNE:2020:720
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering zorgverzekeraar wegens verjaring en belangen van gedaagde
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 februari 2020 een mondelinge uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die een achterstand had bij zijn zorgverzekeraar. De vordering van Zilveren Kruis werd afgewezen omdat zij onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van de gedaagde en een deel van de vordering al verjaard was. De gedaagde had tot eind 2017 een zorgverzekering bij Zilveren Kruis en was per 1 januari 2018 overgestapt naar een andere verzekeraar. Zilveren Kruis vorderde een bedrag van € 2.116,92, vermeerderd met rente en kosten, maar de kantonrechter oordeelde dat het financiële overzicht dat Zilveren Kruis had overgelegd niet volledig was. Tijdens de zitting werd duidelijk dat door een verandering in het computersysteem gegevens waren verloren gegaan, waardoor de juistheid van het saldo niet kon worden vastgesteld.
Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat Zilveren Kruis bij de toerekening van betalingen onvoldoende rekening had gehouden met de situatie van de gedaagde. De verzekeraar had betalingen onterecht toegerekend aan oude schulden, terwijl de gedaagde in 2017 voldoende had betaald om ook de premie van april 2017 als voldaan te kunnen registreren. De kantonrechter concludeerde dat Zilveren Kruis niet had mogen aannemen dat de gedaagde verplicht was om oude premies te betalen, omdat het vorderingsrecht op die bedragen al was verjaard. De gevorderde wettelijke rente en incassokosten werden eveneens afgewezen, en Zilveren Kruis werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.