ECLI:NL:RBMNE:2020:707

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 februari 2020
Publicatiedatum
25 februari 2020
Zaaknummer
NL19.9539
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan kliko's door beladingssysteem van vuilniswagen

In deze zaak heeft de Gemeente Lopik [verweerster] aangeklaagd wegens schade aan kliko's die zou zijn veroorzaakt door een beladingssysteem dat door [verweerster] is geleverd. De Gemeente stelt dat de kliko's zijn beschadigd door het beladingssysteem, vooral de installatie die in 2017 is aangeschaft. De Gemeente heeft [verweerster] aansprakelijk gesteld en vordert schadevergoeding. [verweerster] betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de Gemeente te laat heeft geklaagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Gemeente op tijd heeft geklaagd en dat de schade aan de kliko's inderdaad het gevolg is van het beladingssysteem. De rechtbank oordeelt dat [verweerster] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en veroordeelt [verweerster] tot schadevergoeding aan de Gemeente, nader op te maken bij staat. Tevens wordt [verweerster] veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente.

Uitspraak

vonnis
_________________________________________________________________ _
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
zaaknummer: NL19.9539
Vonnis van 25 februari 2020
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE LOPIK,
zetelend te Lopik,
eiseres, hierna te noemen: de Gemeente,
advocaat A.J. van de Watering te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster, hierna te noemen: [verweerster] ,
advocaat J.M.H.W. Bindels te Arnhem.

1.De procedure

1.1.
Van het digitale dossier maken de volgende documenten deel uit:
  • de procesinleiding van 18 april 2019 die mr. Van de Watering voor de Gemeente op 24 april 2019 samen met 14 producties digitaal heeft ingediend;
  • het verweerschrift met bewijsstuk A tot en met C dat mr. Bindels op 24 september 2019 voor [verweerster] digitaal heeft ingediend;
  • de akte houdende overlegging producties (15 tot 19) tevens houdende wijziging van eis van de Gemeente, geüpload op 3 januari 2020;
  • de akte van depot met nummer 20-2 waarbij mr. Van de Watering een USB-stick met daarop productie 17 en 18 ter griffie heeft gedeponeerd;
  • de akte overlegging bewijsstukken van 9 januari 2020 waarbij mr. Bindels bewijsstuk D heeft geüpload;
  • productie 20 van de Gemeente, geüpload op 13 januari 2020;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 14 januari 2020;
  • de brief van 29 januari 2020, met een reactie op het proces-verbaal namens de Gemeente;
  • de brief 31 januari 2020, met een reactie op het proces-verbaal namens [verweerster] .
1.2.
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de rechter partijen meegedeeld dat op 25 februari 2020 uitspraak wordt gedaan.

2.De overwegingen

Inleiding

2.1.
Voor de inzameling van afval heeft de Gemeente twee vuilniswagens. Deze vuilniswagens zijn aan de achterkant voorzien van een installatie waarmee afvalcontainers (kliko’s) kunnen worden geleegd: het beladingssysteem. In 2013 en in 2017 heeft de Gemeente zo’n beladingssysteem gekocht bij [verweerster] , die het ook op de vuilniswagens heeft gemonteerd.
Wat is er aan de hand?
2.2.
De kliko’s zijn beschadigd geraakt, waardoor er (verticale) scheuren zijn ontstaan in de kliko’s. Volgens de Gemeente komt dat door het beladingssysteem, vooral door de installatie die in 2017 is aangeschaft.
2.3.
De Gemeente vindt dat [verweerster] de schade die is ontstaan aan de kliko’s moet vergoeden omdat zij tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst over het beladingssysteem. De Gemeente heeft de gescheurde kliko’s moeten vervangen. De Gemeente heeft [verweerster] met een aangetekende brief van 29 november 2018 aansprakelijk gesteld voor de schade die zij daardoor lijdt. [verweerster] is het daar niet mee eens. Daarom is de Gemeente deze procedure gestart tegen [verweerster] .
Wat vordert de Gemeente?
2.4.
Na wijziging van eisvordert de Gemeente dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat [verweerster] aansprakelijk is voor de schade die de Gemeente lijdt doordat het door [verweerster] geleverde beladingssysteem voor de vuilniswagens niet voldoet aan de tussen partijen gesloten overeenkomst;
[verweerster] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding aan de Gemeente, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 november 2018 tot aan de dag van de volledige betaling;
[verweerster] veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
Wat vindt [verweerster] ?
2.5.
[verweerster] betwist dat er sprake is van een tekortkoming, en dat de afvalcontainers zijn beschadigd door het beladingssysteem dat zij heeft geleverd. Ook vindt [verweerster] dat de Gemeente veel te laat geklaagd heeft. Verder bestrijdt [verweerster] de (voor de wijziging van eis door de Gemeente) gestelde hoogte van de schade, waaronder de manier waarop de Gemeente de schade heeft begroot. De Gemeente heeft volgens [verweerster] ook niet genoeg gedaan om de schade te beperken.
Te laat geklaagd?
2.6.
[verweerster] vindt dat de Gemeente de klachtplicht heeft geschonden. Omdat dit het meest verstrekkende verweer van [verweerster] is, zal de rechtbank dat eerst bespreken.
2.7.
[verweerster] vindt dat de Gemeente bij haar te laat geklaagd heeft. In de toepasselijke Metaalunievoorwaarden is een termijn van 14 dagen opgenomen waarbinnen over een gebrek geklaagd moeten worden. De Gemeente heeft niet binnen die contractuele termijn geklaagd.
[verweerster] wijst er op dat de Gemeente kennelijk al in 2016 bekend was met het probleem van beschadigingen aan de afvalcontainers. Dat leidt [verweerster] af uit een e-mailbericht van 19 januari 2018 (19:42 uur) waarin staat: “
We hebben (…) de laatste 2 jaar al last van te veel defecte containers (…)”. De Gemeente klaagt daar pas bij haar over op 19 januari 2018 (datum e-mailbericht). [verweerster] vindt dat de Gemeente erop bedacht had moeten zijn dat het beladingssysteem een
mogelijkeoorzaak was van de beschadiging van de afvalcontainers. [verweerster] ziet niet in waarom de Gemeente wel meteen klaagt bij de leverancier van de afvalcontainers, [bedrijfsnaam] , en niet bij haar.
Voor zover de Gemeente stelt dat zij pas op het moment dat [bedrijfsnaam] met haar rapport van 25 november 2017 kwam, bekend was met het beladingssysteem als mogelijke oorzaak, vindt [verweerster] nog steeds dat de Gemeente te laat geklaagd heeft. Het rapport dateert van 25 november 2017 en de Gemeente klaagt bij [verweerster] pas op 19 januari 2018. Dat is ook niet binnen de contractuele termijn van 14 dagen.
2.8.
De rechtbank is van oordeel dat de Gemeente op tijd heeft geklaagd bij [verweerster] . Als verklaring voor het feit dat de Gemeente zich in eerste instantie alleen heeft gewend tot [bedrijfsnaam] heeft de Gemeente tijdens de mondelinge behandeling gegeven dat zij dacht dat de kliko’s van mindere kwaliteit waren. Begin 2017 heeft de Gemeente namelijk veel nieuwe kliko’s in gebruik genomen. Dat men bij de Gemeente veronderstelde dat het aan de kliko’s lag, komt de rechtbank logisch voor. Het waren tenslotte de klíko’s die zichtbaar schade hadden terwijl zij nog maar kort in gebruik waren. Dat de Gemeente op dat moment niet alleen bij de leverancier van de containers had moeten klagen maar ook bij [verweerster] , zoals [verweerster] aanvoert, onderschrijft de rechtbank daarom niet.
2.9.
De rechtbank constateert dat de Gemeente niet, en ook niet “voor zover” zoals [verweerster] aanvoert, stelt dat zij met de “
Hausmitteilung” van 25 november 2017 van [bedrijfsnaam] over de “
Reklamation” op de hoogte kwam dat het beladingssysteem mogelijk de schade aan de kliko’s veroorzaakt. Dit volgt naar het oordeel van de rechtbank ook niet uit dat rapport van [bedrijfsnaam] . Aan het einde van het rapport staat: “
Die Kerben und Löcher, die durch äußere Einwirkung in den Behälter eingebracht wurden (…)” (
vertaald: “De inkepingen en gaten die door externe invloeden in de container werden gemaakt (…)”.), waarna geschreven wordt dat de “
Reklamation” (klacht) moet worden afgewezen. Als vertrekpunt voor het gaan lopen van de contractuele klachttermijn kan daarom niet worden uitgegaan van de datum van het rapport, 25 november 2017.
2.10.
De rechtbank is van oordeel dat moet worden aangesloten bij de datum waarop het nadere onderzoek heeft plaatsgevonden, 19 januari 2018. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Gemeente uitgelegd dat zij na de afwijzing van haar klacht door [bedrijfsnaam] wilde uitzoeken wat dan wel de oorzaak van de schade aan de kliko’s is en dat zij daarom nader onderzoek is gaan doen waarbij de kliko’s op het beladingssysteem zijn geplaatst. Dit onderzoek vond plaats op 19 januari 2018. Bij dit onderzoek bleek hen dat de kliko’s worden geraakt door metalen delen van het beladingssysteem. De Gemeente heeft [verweerster] daarover op diezelfde dag met twee e-mailberichten geïnformeerd. In het e-mailbericht van 19 januari 2018 (16:28 uur) staat: “
(…) [.] kliko dhr. [A] en [B] zijn hier wezen kijken wat de oorzaak is. Tot de ontdekking gekomen dat vooral bij schudden de container tegen een stalen hoek aan komt van de belading die bij de (…) containers gebruikt wordt. Door het consequent raken schuren de containers. [A] neemt nog contact met je op, maar ik zou zo snel mogelijk actie willen zien omdat dagelijks schade wordt veroorzaakt aan de minicontainers. Ik denk dat het om een kleine aanpassing gaat. (…)” En later op diezelfde dag, om 19:42 uur, schrijft de Gemeente aan [verweerster] : “
We hebben de laatste getest, daar is inmiddels duidelijk te zien dat het in de belading zit. Maar volgens mij makkelijk te verhelpen. (…)” De rechtbank is het daarom met de Gemeente eens dat er meteen geklaagd is toen zij constateerde dat metalen delen van het beladingssysteem de containers raakten. Er is daarmee op tijd geklaagd, de rechtbank gaat voorbij aan het verweer dat de klachtplicht is geschonden.
Toetsingskader tekortkoming.
2.11.
In artikel 6:74 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek staat dat een schuldenaar die op welke manier dan ook tekortschiet in de nakoming van zijn verplichting uit een overeenkomst, de schade die daardoor bij schuldeiser ontstaan is, moet vergoeden. In deze zaak betekent dit dat als de schade aan de kliko’s veroorzaakt is door het beladingssysteem, [verweerster] die schade aan de Gemeente moet vergoeden. De rechtbank gaat daar nu verder op in.
Wat is de oorzaak van de beschadigde kliko’s?
2.12.
De Gemeente wijdt de schade die aan de containers is ontstaan aan het beladingssysteem, vooral aan het systeem dat zij in 2017 heeft aangeschaft. Dit volgt volgens de Gemeente uit het nadere onderzoek dat zij met [bedrijfsnaam] op 19 januari 2018 heeft gedaan en waarvan [bedrijfsnaam] een rapport van 24 januari 2018 heeft opgesteld.
[verweerster] bestrijdt dat (duidelijk is dat) het aan het beladingssysteem ligt. De schade-expert van haar AVB-verzekeraar heeft ook onderzoek gedaan naar de toedracht van de scheurvorming in de containers. In zijn rapport van 18 februari 2019 komt de schade-expert tot de conclusie dat de oorzaak van de scheurvorming onzeker is en dat het - op dit moment - niet duidelijk is of de beschadigingen veroorzaakt zijn door 1) te grote krachten op de kliko’s door het beladingssysteem, 2) de inferieure kwaliteit van de (batch) kliko’s of 3) een ander van buiten komend onheil, zoals botsen of stoten tegen de kliko door derden.
2.13.
De rechtbank zal hierna eerst ingaan op de kwaliteit van de containers als mogelijke oorzaak, daarna op het argument dat de oorzaak ligt in een van buiten komend onheil en als laatste op het standpunt dat het aan het beladingssysteem ligt.
Het ligt niet aan de kwaliteit van de containers.
2.14.
De rechtbank is van oordeel dat de kliko’s niet van inferieure kwaliteit zijn. Dit kan worden afgeleid uit het rapport van 24 januari 2018 van [bedrijfsnaam] . [verweerster] vindt dat dat niet uit dat rapport kan worden afgeleid, omdat (met dat rapport) als oorzaak niet is uitgesloten dat het mogelijk aan de kwaliteit van de kliko’s ligt en bovendien kan dat volgens [verweerster] sowieso niet uit dat rapport worden afgeleid, omdat de leverancier van de kliko’s over de eigen kliko’s rapporteert, waardoor het rapport niet objectief is.
Aan dit bezwaar van [verweerster] gaat de rechtbank voorbij. De rechtbank vindt dat [bedrijfsnaam] grondig onderzoek heeft gedaan naar de kliko’s die de Gemeente van (via) haar heeft betrokken. Er is onderzoek gedaan door (een van) de fabrikant(en) van de containers en ook [bedrijfsnaam] zelf heeft feitelijk onderzoek verricht (productie 7 bij de procesinleiding), een inventarisatie gemaakt (productie 8 bij de procesinleiding) en tijdens deze procedure nog een inspectie van de beschadigde containers (circa 1.000 stuks) gedaan (productie 15). Er is geconstateerd dat de beschadiging aan de containers (afdrukken van mechanische belasting en scheurvorming) voorkomt bij een groot aantal containers terwijl de containers van verschillende volumes, verschillende modellen, verschillende jaartallen en verschillende producenten zijn. Er is nagetrokken of zich tijdens het productieproces van de series, de
productierun, onregelmatigheden hebben voorgedaan door de onderliggende productierapporten te bestuderen. Ook zijn diverse RAL-GZ-951 certificaten opgezocht. Verder is geconstateerd dat containers uit dezelfde productielijn bij andere gemeenten zijn uitgeleverd, waarop is nagevraagd of zich in die gemeenten problemen met scheurvorming in de containers voordoen. Dat bleek niet het geval. Omdat er dus grondig onderzoek heeft plaatsgevonden, waarin allerlei aspecten zijn betrokken, is de rechtbank van oordeel dat wel degelijk uitgegaan kan worden van (de resultaten van) het onderzoek dat [bedrijfsnaam] heeft gedaan. Dit rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank de conclusie dat de schade niet te wijten is aan de kwaliteit van de containers.
Het ligt ook niet aan ander van buiten komend onheil.
2.15.
Aan de suggestie dat de schade het gevolg is van een van buiten komend onheil, gaat de rechtbank voorbij. [verweerster] heeft verder niets aangevoerd waaruit de rechtbank de juistheid van dit argument zou kunnen afleiden. In het dossier bevinden zich geen aanwijzingen dat er in Lopik sprake is geweest van grootschalige vernieling bijvoorbeeld.
Het ligt aan het beladingssysteem.
2.16.
De rechtbank is, met de Gemeente, van oordeel dat als oorzaak voor de schade aan de kliko’s het beladingssysteem moet worden aangewezen. De rechtbank leidt dit af uit het rapport van 24 januari 2018 van [bedrijfsnaam] , waarin onder meer staat:
“(…) Bij verdere bestudering van de belading, treffen we scherpe metalen delen aan. (…)
Hieruit valt te concluderen dat bij de lediging van de container, de “scherpe” metalen delen in de containerhoeken drukken/kerven, welke aanzienlijke beschadigingen tot gevolg hebben. Wanneer dit meermalen gebeurt op dezelfde locatie, verzwakt dit de container aanzienlijk.(…)
De locaties waar de scheuren en beschadigingen aan de containers zich bevinden, is ook exact in het werkgebied van de “scherpe” stalen delen. De afdruk van de metalen delen op de container, komen qua afmeting exact overeen met de afmeting van de stalen delen. Hiermee kan ook uitgesloten worden dat de mechanische schades door andere zaken wordt veroorzaakt.
Conclusie en Advies
De schades die geconstateerd zijn, kunnen niet herleidt worden aan de kwaliteit van de containers. Door de mechanische invloed van de scherpe metalen delen aan de Geesink-arm en de vaste constructie worden de schades aan de huidige containers veroorzaakt.
Wij adviseren dan ook om alle scherpe metalen delen, die in direct contact staan met de container aan te laten passen, zo dat deze geen kerven achter kunnen laten op de container.
(…)
2.17.
[verweerster] betwist met diverse argumenten dat het beladingssysteem als oorzaak valt aan te wijzen. De rechtbank zal nu op die argumenten ingaan.
2.18.
Dat de metalen delen de container raken, zoals [bedrijfsnaam] concludeert, heeft de rechtbank ook geconstateerd op de beelden die zijn gemaakt tijdens het nadere onderzoek op 19 januari 2018 en die de Gemeente als productie 17 en 18 heeft overgelegd. [verweerster] heeft (tijdens de mondelinge behandeling, zie punt 10 van het proces-verbaal) ook gezegd dat de metalen delen de kliko raken, maar volgens haar zorgt dit hooguit voor krasjes maar leidt dit niet tot scheuren in de kliko. Op dit argument van [verweerster] komt de rechtbank hierna onder 2.21 nog terug.
2.19.
Partijen zijn het er over eens dat [verweerster] het beladingsysteem heeft aangepast door het rubber te verdikken en de metalen delen enkele millimeters af te schuinen, in te korten of weg te halen. Volgens de Gemeente is na de aanpassingen aan het beladingssysteem van de vuilniswagens geen verdere schade meer opgetreden.
Aan het argument van [verweerster] dat het niet aan het beladingssysteem ligt omdat er ook nadat zij het beladingssysteem heeft aangepast, nog steeds schade ontstaat, gaat de rechtbank voorbij. Dat dit zo is, blijkt nergens uit. De gemeente heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat het haar gaat om de lopende gevolgschade van voor de modificatie, en dat zij die schade vergoed wil hebben.
2.20.
Verder wijst [verweerster] er op dat de Gemeente stelt dat de schade vooral wordt veroorzaakt door het beladingssysteem dat zij in 2017 heeft aangeschaft. [verweerster] voert aan dat de oorzaak van de schade dan niet in het beladingssysteem kan liggen, omdat het systeem dat de gemeente in 2017 heeft gekocht identiek is aan het systeem dat zij in 2013 kocht en dat het een standaardsysteem is. Ook hier gaat de rechtbank aan voorbij. Dat het om een zelfde type installatie gaat, betekent niet dat een andere installatie, in dit geval die van 2017, geen gebreken of afwijkingen kan vertonen.
2.21.
Een andere reden waarom [verweerster] bestrijdt dat de schade aan de kliko’s door de installatie komt, is dat zij vindt dat de
oorzaakvan de scheurvorming niet is aangetoond. Er ontstonden hooguit wat krasjes maar geen scheuren. [verweerster] noemt dat het mogelijk ligt aan de manier waarop de containers worden geleegd. Zij wijst op het rapport van haar schade-expert, waaruit volgt dat de oorzaak van de scheurvorming onzeker is en als mogelijke oorzaak wordt genoemd de te grote krachten van het beladingssysteem op de kliko. [verweerster] benadrukt dat ook [bedrijfsnaam] de Gemeente adviseert om te bekijken of de kracht waarmee de kliko geschud wordt, kan worden aangepast.
Wat [verweerster] hiermee wil zeggen, is voor de rechtbank niet duidelijk. Aangenomen dat de oorzaak van de scheuren de kracht waarmee de container wordt geschud zou zijn, dan ligt het toch juist aan de installatie? Bovendien is tijdens de mondelinge behandeling op vragen van de rechtbank door de Gemeente aangegeven dat alles aan de installatie vooraf is ingesteld. Dat dit zo is, heeft [verweerster] niet bestreden. Dat de kracht waarmee de container geschud wordt, niet goed zou zijn, kan de Gemeente dus kennelijk helemaal niet beïnvloeden, zodat die gesuggereerde oorzaak dan voor rekening en risico van [verweerster] zou moeten komen. Aan dit argument wordt daarom ook voorbijgegaan.
2.22.
Als nadere grond voor betwisting dat de oorzaak van de scheuren in de metalen delen moet worden gezocht, voert [verweerster] aan dat het de schade-expert bij zijn inspectie op 5 september 2019 is opgevallen dat de scheuren in de wanden van de kliko zich in verticale richting aftekenen, terwijl de bij de modificatie verwijderde delen in horizontale richting in contact kwamen met de kliko’s. Ook aan dit argument gaat de rechtbank voorbij. Het is niet uitgelegd. De Gemeente heeft, met het rapport van [bedrijfsnaam] dat zij als productie 15 heeft overgelegd, wel uitgelegd wat de reden is dat de scheuren in verticale richting ontstaan: dat heeft te maken met de belasting op de container die zich met name in verticale richting uit. Dat is verder zo uitgelegd: “
Omdat de opnamerand van de minicontainer gefixeerd wordt bij lediging en de container in verticale richting kan zwiepen, komen de krachten op die wijze tot uiting als er op een punt extreme (mechanische) belasting ontstaat.
2.23.
De rechtbank is van oordeel dat de Gemeente voldoende onderbouwd heeft gesteld dat er een verband bestaat tussen de opgetreden schade aan de containers en de metalen delen van met name de staat waarin het beladingssysteem uit 2017 bij de Gemeente is afgeleverd. Dat dit verband er niet is, heeft [verweerster] onvoldoende gemotiveerd weersproken.
Betekent dit dat er een tekortkoming is?
2.24.
De rechtbank is het met [verweerster] eens dat uit de procesinleiding onvoldoende duidelijk wordt wat de Gemeente [verweerster] verwijt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Gemeente dit toegelicht door aan te geven dat er niet conform de overeenkomst is geleverd omdat het beladingssysteem schade aan de kliko’s creëert. De metalen delen van de installatie moeten de kliko’s niet raken.
Dat wat de rechtbank hiervoor over het beladingssysteem heeft overwogen, betekent dat de Gemeente daar gelijk in heeft en er dus sprake is van een tekortkoming van [verweerster] . Als de installatie schade veroorzaakt aan containers van de Gemeente impliceert dit dat die installatie in dat opzicht niet aan de overeenkomst beantwoordt.
Heeft de gemeente genoeg gedaan om de schade te beperken?
2.25.
[verweerster] vindt dat de Gemeente niet aan haar schadebeperkingsplicht heeft voldaan. Als de Gemeente in 2016, toen zij op de hoogte was van een te hoog aantal schades aan haar afvalcontainers, bij [verweerster] had geklaagd, had [verweerster] in 2016 al aanpassingen kunnen doen aan de installatie(s), zodat de schadeomvang veel beperkter zou zijn gebleven.
Gezien het gegeven dat de rechtbank heeft beslist dat de Gemeente op tijd geklaagd heeft, valt, nu [verweerster] schending van de schadebeperkingsplicht koppelt aan het moment van klagen, niet in de zien wat de Gemeente anders had moeten doen. De Gemeente heeft tenslotte dezelfde dag bij [verweerster] geklaagd over de metalen delen van de installatie. Het beroep van [verweerster] op artikel 6:101 BW, hoewel dit thuishoort in de schadestaatprocedure, faalt.
Wat betekent dit voor de vordering van de gemeente?
2.26.
De verklaring voor recht - kort gezegd - dat [verweerster] aansprakelijk is voor de gevolgschade is toewijsbaar. Een beladingsinstallatie die schade veroorzaakt aan containers van de Gemeente beantwoordt op dat punt niet aan de overeenkomst. Dit heeft tot gevolg dat niet alleen de kosten van aanpassing voor rekening van [verweerster] komen, maar dat [verweerster] ook de schade die het gevolg is van het gebrek in het systeem moet vergoeden.
Ook de gevorderde verwijzing naar de schadestaat is toewijsbaar. De rechtbank vindt het aannemelijk dat de Gemeente mogelijk schade lijdt door de tekortkoming van [verweerster] . Dat is volgens vaste rechtspraak voldoende voor toewijzing van schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Over de gevorderde wettelijke rente zal de rechtbank nog geen beslissing nemen. Wettelijke rente is ook (een) schade(post) en komt aan de orde in de schadestaatprocedure.
En voor de overige verweren van [verweerster] ?
2.27.
Omdat de Gemeente haar eis heeft gewijzigd van een veroordeling tot betaling van een bedrag van € 426.509,10 naar schadevergoeding nader op te maken bij staat, gaat de rechtbank verder niet in op het verweer van [verweerster] over de hoogte van de schade en de manier waarop de Gemeente haar schade heeft begroot. Dat komt door de wijziging van eis in de schadestaatprocedure aan de orde, omdat het over de inhoud en de omvang van de schadevergoedingsverplichting gaat.
Wie betaalt de proceskosten? Met wettelijke rente en nakosten?
2.28.
[verweerster] heeft geen gelijk gekregen en moet daarom de proceskosten van de Gemeente vergoeden. Deze kosten worden begroot op:
- betekening oproeping € 104,81
- griffierecht € 4.030,00
- salaris advocaat €
1.357,50(2,5 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 5.492,31
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen zoals in de beslissing is vermeld. In de proceskostenveroordeling ligt een veroordeling in de nakosten (berekend op grond van de gebruikelijke forfaitaire tarieven) besloten.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat [verweerster] aansprakelijk is voor de schade die de Gemeente lijdt doordat het door [verweerster] geleverde beladingssysteem voor de vuilniswagens niet voldoet aan de tussen partijen gesloten overeenkomst;
3.2.
veroordeelt [verweerster] tot betaling van een schadevergoeding aan de Gemeente, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
3.3.
veroordeelt [verweerster] in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 5.492,31, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.4.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. van Binsbergen, rechter, en is in tegenwoordigheid van mr. M.A. Rademaker, griffier, in het openbaar uitgesproken door mr. M.J. Slootweg, rechter, op 25 februari 2020.