ECLI:NL:RBMNE:2020:70

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 januari 2020
Publicatiedatum
13 januari 2020
Zaaknummer
8154556 UC EXPL 19-12207
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J. van Binsbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens overlast door bezoekers

In deze zaak vordert de stichting Bo-Ex '91 ontbinding van de huurovereenkomst met [gedaagde] wegens overlast die deze veroorzaakt voor zijn buren. [gedaagde] huurt sinds september 2017 een etagewoning van Bo-Ex, die is afgesloten met een gemeenschappelijke voordeur. De huurovereenkomst is gesloten in het kader van een convenant voor de huisvesting van daklozen, waarbij ook voorwaarden voor woonbegeleiding zijn opgenomen. Bo-Ex stelt dat [gedaagde] zich niet aan de afspraken houdt en dat zijn bezoekers overlast veroorzaken, zoals het openhouden van de voordeur en het stallen van fietsen in gemeenschappelijke ruimtes. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] zich als huurder niet gedraagt volgens de eisen van een goed huurder, zoals vastgelegd in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek. Ondanks dat de overlast voornamelijk door bezoekers wordt veroorzaakt, is de kantonrechter van mening dat [gedaagde] onvoldoende doet om dit probleem aan te pakken. De rechter ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen te verlaten, met betaling van de proceskosten aan Bo-Ex. De uitspraak is gedaan op 22 januari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 8154556 UC EXPL 19-12207 nig/1449
Vonnis van 22 januari 2020
in de zaak van
de stichting
Stichting Bo-Ex '91,
gevestigd in Utrecht,
verder te noemen Bo-Ex,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.H. Andreae,
tegen:
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
verder te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.Wat is er aan de hand?

1.1.
[gedaagde] huurt sinds september 2017 de woning [adres] in [woonplaats] van Bo-Ex. Dit is een etagewoning op de eerste verdieping, met toegang via een gemeenschappelijk trappenhuis met een afsluitbare voordeur.
1.2.
[gedaagde] komt uit de daklozenopvang. De overeenkomst is gesloten in het kader van een convenant om daklozen te huisvesten. Bij de huurovereenkomst hoort ook een plan voor woonbegeleiding, en in de huurovereenkomst staan voorwaarden over die begeleiding en over het gedrag van [gedaagde] .
1.3.
Bo-Ex vordert nu ontbinding van de huurovereenkomst vanwege overlast die [gedaagde] zijn buren bezorgt. [gedaagde] verzet zich daartegen. De zaak is behandeld op de zitting van 24 december 2019.

2.Wat vindt de kantonrechter ervan?

2.1.
Een huurder moet zich bij het gebruik van het gehuurde gedragen als een goed huurder, zo staat het in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek. Bij woonruimte betekent dat ook dat je rekening moet houden met je buren, en hen geen overlast mag bezorgen. In artikel 8.2 van de huurovereenkomst zijn daarover concrete afspraken gemaakt, onder andere:
De huurder zal zich onthouden van gedragingen die op enigerlei wijze overlast en/of hinder aan onwonende kunnen veroorzaken.
en:
De huurder zal geen personen in het gehuurde toelaten die overlast veroorzaken. (…)
en:
De huurder zal in gemeenschappelijke ruimten geen rommel maken of achterlaten, geen geluidsoverlast veroorzaken, geen fietsen, brommers of andere voorwerpen stallen. (…)
2.2.
Bo-Ex heeft een dossier overgelegd met meldingen van buren en andere betrokkenen. De klachten die daarin steeds terugkomen zijn de volgende. [gedaagde] houdt de voordeur van de gemeenschappelijke ruimten open door er een deurmat tussen te leggen, waardoor iedereen het gebouw binnen kan komen. [gedaagde] krijgt veel bezoek. Zijn bezoekers stallen hun fietsen in de gemeenschappelijke ruimten. Als hij niet thuis is, of niet open doet, bellen zijn bezoekers aan bij de buren, of zij roepen naar hem vanaf de straat. De buren horen vaak geschreeuw of ruzie in zijn huis. Dat gebeurt allemaal op alle tijdstippen, ook midden in de nacht.
2.3.
Dit zijn klachten die steeds terugkomen, en die niet concreet weersproken worden. Over het openhouden van de voordeur bijvoorbeeld heeft [gedaagde] op de zitting gezegd dat hij dat niet doet, maar bijna in dezelfde adem ook dat hij het soms wel doet, omdat hij dat handig vindt als hij even een boodschap doet. Hij erkent dat hij veel aanloop heeft, en dat zijn bezoekers fietsen in het halletje zetten. Maar hij denkt dat de buren minder last van hem zouden hebben als ze minder op hem zouden letten.
2.4.
Het is natuurlijk waar: als mensen ergens meer op gaan letten, hebben ze er meer last van. Maar de kantonrechter is er wel van overtuigd dat de overlast echt te groot is, zo groot dat de buren dat niet hoeven te accepteren.
2.5.
De kantonrechter houdt rekening met het feit dat de meeste en ergste overlast lijkt te komen van bezoekers, en niet van [gedaagde] zelf. In de uitdraai van de overlast-whatsappgroep die Bo-Ex heeft overgelegd, schrijven de buren dat het probleem misschien is dat [gedaagde] niet in staat is de luidruchtige bezoekers buiten de deur te houden, en dat het wel sneu zou zijn als hij daarom weg zou moeten. Dat is inderdaad sneu. En het is best voorstelbaar dat vrienden die nog dakloos zijn, graag bij hem op bezoek komen, en dat het voor hem moeilijk is om dat te voorkomen. Maar dat is niet wat [gedaagde] aanvoert. Als hij zou erkennen dat er overlast is en hulp zou vragen bij het weghouden van ongewenste bezoekers, dan zou de situatie anders zijn. Maar dat doet hij niet, hij zegt dat het allemaal wel meevalt. Dan is het ook niet mogelijk om het probleem op een andere manier op te lossen dan door het vertrek van [gedaagde] .
2.6.
Bo-Ex heeft ook voldoende pogingen gedaan voor een andere oplossing. Er zijn concrete afspraken opgenomen in de huurovereenkomst. Er is verschillende keren met [gedaagde] gesproken. Bo-Ex heeft hem op 24 juli 2019 schriftelijk gedragsaanwijzingen gegeven, en hij heeft daar zijn handtekening onder gezet, maar dat heeft niet geholpen. Op de zitting zei hij dat hij maar getekend heeft om ervan af te zijn, maar dat hij het er niet mee eens is. De kantonrechter wil wel aannemen dat [gedaagde] zijn best doet om zich aan de afspraken te houden, althans voor zover hij die redelijk vindt, maar het resultaat daarvan is een situatie bij zijn buren die niet acceptabel is. Daarom gaat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbinden, zodat [gedaagde] de woning moet verlaten.
2.7.
Omdat [gedaagde] ongelijk krijgt, wordt hij ook in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bo-Ex worden begroot op:
- dagvaarding € 99,01
- griffierecht € 121,00
- salaris gemachtigde €
360,00(2 punten x tarief € 180,00)
Totaal € 580,01
Een aparte beslissing over de nakosten is niet nodig, omdat dat rechtstreeks voortvloeit uit de wet.

3.De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de huurovereenkomst voor de woning [adres] in [woonplaats] tussen Bo-Ex en [gedaagde] ;
veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten, met alles wat van hem is en iedereen die hij daar toegelaten heeft, om de sleutels aan Bo-Ex af te geven en de woning geheel ter vrije beschikking van Bo-Ex te stellen;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Bo-Ex, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 580,01, waarin begrepen € 360,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. van Binsbergen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2020.