Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Wat is er aan de hand?
2.Wat vindt de kantonrechter ervan?
360,00(2 punten x tarief € 180,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de stichting Bo-Ex '91 ontbinding van de huurovereenkomst met [gedaagde] wegens overlast die deze veroorzaakt voor zijn buren. [gedaagde] huurt sinds september 2017 een etagewoning van Bo-Ex, die is afgesloten met een gemeenschappelijke voordeur. De huurovereenkomst is gesloten in het kader van een convenant voor de huisvesting van daklozen, waarbij ook voorwaarden voor woonbegeleiding zijn opgenomen. Bo-Ex stelt dat [gedaagde] zich niet aan de afspraken houdt en dat zijn bezoekers overlast veroorzaken, zoals het openhouden van de voordeur en het stallen van fietsen in gemeenschappelijke ruimtes. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] zich als huurder niet gedraagt volgens de eisen van een goed huurder, zoals vastgelegd in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek. Ondanks dat de overlast voornamelijk door bezoekers wordt veroorzaakt, is de kantonrechter van mening dat [gedaagde] onvoldoende doet om dit probleem aan te pakken. De rechter ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen te verlaten, met betaling van de proceskosten aan Bo-Ex. De uitspraak is gedaan op 22 januari 2020.