ECLI:NL:RBMNE:2020:626

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
20 februari 2020
Zaaknummer
C/16/496653 / FL RK 20-212
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 5 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, aansluitend op een verlenging van een crisismaatregel. De betrokkene, geboren in 1965, verblijft in een instelling en heeft een bipolaire-stemmingsstoornis. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2020 zijn verschillende documenten overgelegd, waaronder een zorgplan en een medische verklaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, en dat er momenteel geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft echter besloten om de verzochte vormen van verplichte zorg te beperken. De betrokkene neemt medicatie in en is bereid tot ambulante zorg. De rechtbank oordeelt dat een periode van twee weken opname en beperking van de bewegingsvrijheid voldoende is voor verdere stabilisatie van de gezondheidstoestand van de betrokkene. De overige vormen van verplichte zorg, zoals medicatie en toezicht, worden wel toegewezen voor de duur van 26 weken. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van 26 weken, met de beperking dat de opname en bewegingsvrijheid slechts twee weken duren. De beschikking is mondeling gegeven door rechter P.K. Nihot en is op schrift gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Lelystad
Zaak/rekestnr.: C/16/496653 / FL RK 20-212
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 5 februari 2020van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op verlenging crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
verblijvende in [naam instelling] locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
advocaat: mr. O. Bolluyt te Almere.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 31 januari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 30 januari 2020
;
-het zorgplan d.d. 30 januari 2020;
-de zorgkaart d.d. 28 januari 2020;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 23 januari 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 31 januari 2020.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 februari 2020, op de locatie van [naam instelling] locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] .
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. O. Bolluyt;
- de heer [A] , arts.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornis. De rechtbank ziet geen aanleiding tot twijfel aan de diagnose in voornoemde medische verklaring.
2.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in met name dat betrokkene met zijn hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
(artikel 1:1 lid 2).
2.3
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig
(artikel 3:4).
2.4
Gebleken is dat er thans nog geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig
(artikel 3:3). De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur.
2.5
De rechtbank ziet evenwel aanleiding tot een beperking van de verzochte vormen van verplichte zorg. Betrokkene neemt medicatie in, in de door de arts gewenste dosering en de verwachting is dat dit tot verdere stabilisatie in de gezondheidstoestand van betrokkene gaat leiden. De periode van gedwongen verblijf in de instelling heeft echter niet geleid tot het ontstaan van een goede behandelrelatie. Wel is betrokkene bereid tot het accepteren van ambulante zorg, in dat verband heeft betrokkene ook namen van behandelaren genoemd, waarmee hij eerder in een vrijwillig kader een goede behandelrelatie heeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat een periode van twee weken opname en beperking van de bewegingsvrijheid toereikend moet worden geacht voor het verder instellen op medicatie en het tot stand brengen van ambulante hulpverlening voor betrokkene. De rechtbank heeft daarbij voorts in aanmerking genomen dat betrokkene een presentatie heeft die door anderen als hinderlijk gedrag kan worden ervaren, maar acht aannemelijk dat betrokkene, zoals hij heeft gesteld, deze presentatie al heel lang heeft en dat dit eerder niet heeft geleid tot een onvrijwillige gedwongen opname. De rechtbank heeft niet de overtuiging gekregen dat dit gedrag van betrokkene, na ommekomst van een termijn van veertien dagen, zal leiden tot een zodanig ernstig nadeel dat dit niet op andere wijze dan met opname en beperking van de bewegingsvrijheid valt te ondervangen.
De rechtbank zal de overige vormen van verplichte zorg (medicatie en toezicht) toewijzen voor de verzochte duur, omdat de (dosering van de) medicatie en de effecten daarvan onderwerp van discussie zijn geweest tussen betrokkene en de arts en betrokkene ook ontkent dat er sprake is van een bipolaire-stemmingsstoornis. Betrokkene geeft blijk van onvoldoende ziektebesef en ziekte-inzicht, met het risico dat hij onvoldoende gemotiveerd is tot behandeling van de stoornis. De ambulante hulpverlening moet nog worden ingericht en opgestart en dat vergt enige tijd. Deze vormen van verplichte zorg vormen voor betrokkene een steun in de rug en het gaat daarbij om de toepassing van minder verstrekkende vormen van verplichte zorg in een ambulante setting. Het moeten verlenen van verplichte zorg creëert voor betrokkene ook de randvoorwaarden om weer succesvol aan het maatschappelijke leven deel te kunnen nemen. De verplichte zorg acht de rechtbank aldus doelmatig en effectief in verhouding tot het ermee te bereiken doel: het wegnemen van het aanzienlijk risico op ernstig nadeel.
2.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 26 weken, en geldt aldus
tot en met 5 augustus 2020, met dien verstande dat de vormen van verplichte zorg beperken van de bewegingsvrijheid en opnemen in een accommodatie worden beperkt tot twee weken en dus
tot en met 19 februari 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] , en bepaalt dat deze machtiging geldt voor de duur van 26 weken, te weten tot en met 5 augustus 2020,
met dien verstande dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- het toedienen van medicatie voor de duur van 26 weken;
- het beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van 2 weken;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van 26 weken;
- het opnemen in een accommodatie voor de duur van 2 weken;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 5 februari 2020 mondeling gegeven door mr. P.K. Nihot, rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.