In deze zaak vorderen eisers, [eiser sub 1] c.s., een verklaring voor recht dat Volksbank, als rechtsopvolger van SNS Bank, hen niet tijdig heeft gewezen op hun rechten uit hoofde van een SNS Hypotheeklastenverzekering (HLV). Eisers stellen dat Volksbank toerekenbaar tekort is geschoten in haar dienstverlening, omdat zij op de hoogte waren van de arbeidsongeschiktheid van eisers en de daaruit voortvloeiende financiële problemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers in 2001 een hypotheek hebben afgesloten bij SNS Bank, waarbij een HLV was afgesloten. Eisers zijn in 2002 ziek geworden en hebben financiële problemen ondervonden, maar hebben pas in 2016 aanspraak gemaakt op de HLV. De Kifid heeft eerder de klacht van eisers ongegrond verklaard, omdat eisers zelf op de hoogte hadden moeten zijn van de HLV. De rechtbank oordeelt dat eisers hun stellingen niet voldoende hebben onderbouwd en dat zij niet hebben voldaan aan hun stelplicht. De vorderingen worden afgewezen en eisers worden veroordeeld in de proceskosten van Volksbank, die zijn begroot op € 8.834,00.