Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd te [verblijfplaats] te [plaats 1] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
€ 150,- kreeg voor de rit en de politie toestemming gaf om in zijn auto te kijken. Dit alles wijst er op dat verdachte niet wist dat het om een ernstigere inhoud van de tas ging dan hasj. De op de telefoon van verdachte aangetroffen berichten over wapens moeten volgens de verdediging beoordeeld worden in het licht van het jeugdige karakter van verdachte. Verdachte spendeerde veel tijd op social media, waaronder Telegram, waar hij tot zijn verbazing zag wat er allemaal mogelijk is met betrekking tot het verhandelen van wapens, drugs en explosieven. Verdachte ontkent dat hij degene is geweest die chatberichten over wapens en explosieven heeft verstuurd. Dit valt bovendien niet te rijmen met het feit dat hij via Facebook de politie heeft gewaarschuwd over chatgroepen op Telegram en wat daar allemaal wordt aangeboden en verhandeld. Verdachte verklaart inmiddels oprecht en is schuldbewust. Tijdens de eerste verhoren ontkende verdachte, maar dat deed hij ten onrechte en op aanraden van zijn vorige advocaat. Subsidiair bepleit de verdediging vrijspraak van feit 1. Het kan niet in het nadeel van verdachte worden uitgelegd dat met de nodige aanpassingen de aangetroffen goederen geschikt zijn om een ontploffing teweeg te brengen, nu deze specifieke goederen naar hun aard en geschiktheid moeten worden beoordeeld en daarvan is gebleken dat zij ongeschikt zijn voor het ontsteken van de springstof. Ten aanzien van feit 3 en feit 4 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
first offendervan zo’n ernstig feit verdacht wordt en dat het mogelijk is dat naïviteit/impulsiviteit tot het onderhavige gedrag heeft geleid. Vanwege de ernst van het delict en vanwege de structuur die daarmee geboden kan worden, adviseert de reclassering een meldplicht, een ambulante behandeling, een locatiegebod met elektronische controle en de verplichting om een dagbesteding te realiseren en te behouden.
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
10 maanden;
3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;