ECLI:NL:RBMNE:2020:6054

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2020
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
8271161 ME VERZ 20-9 ho/1524
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid kantonrechter bij verzoek tot nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten van de vereniging van eigenaars

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten van de vereniging van eigenaars (VvE). De verzoekster, een appartementseigenaar, heeft verzocht om de besluiten van de VvE van 17 december 2019 te vernietigen dan wel nietig te verklaren. De verzoekster stelde dat de besluiten in strijd waren met de akte van splitsing en de statuten van de VvE. De VvE en de bestuurder hebben verweer gevoerd tegen de verzoeken van de verzoekster.

De kantonrechter heeft allereerst de ontvankelijkheid van de verzoeken beoordeeld en geconcludeerd dat hij bevoegd is om zowel de verzoeken tot nietigheid als de verzoeken tot vernietiging te behandelen. Vervolgens heeft de kantonrechter de feiten en de procedure in kaart gebracht, waarbij onder andere is gekeken naar de wijze van bijeenroeping van de vergadering en de goedkeuring van de exploitatiebegroting voor 2020.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de VvE niet bevoegd was om de begroting van de VvE Complex goed te keuren, omdat de besluiten niet in overeenstemming waren met de akte van splitsing. Het besluit tot vaststelling van de begroting voor 2020 en de bijdragen van de leden in de gemeenschappelijke kosten is daarom nietig verklaard. De verzoeken van de verzoekster met betrekking tot schoonmaakwerkzaamheden, schilderwerk en asbestinventarisatie zijn afgewezen, omdat er geen besluiten over deze punten waren genomen. Het verzoek tot ontslag van de bestuurder is eveneens afgewezen, omdat de vergadering dit voorstel met een meerderheid had verworpen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 8271161 ME VERZ 20-9 ho/1524
Beschikking van 19 november 2020
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. H.T.L. Janssen,
tegen:
de vereniging
[VvE],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verwerende partij,
gemachtigde: C.W.G. Janssen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [verzoekster] en de VvE.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift (met producties 1 t/m 42), ingediend op 16 januari 2020;
- de brieven van 2 februari 2020 aan [verzoekster] en de VvE (met daarbij een kopie van het verzoekschrift voor de VvE) met het verzoek om verhinderdata op te geven ten behoeve van de mondelinge behandeling;
- de oproepbrieven van 5 februari 2020 waarin de VvE, [verzoekster] en alle andere stemgerechtigden bij name zijn opgeroepen om (desgewenst) op het verzoek te worden gehoord (waarbij een kopie van het verzoekschrift is gevoegd voor de stemgerechtigden);
- de beslissing dat de mondelinge behandeling van 23 april 2020 geen doorgang zal vinden in verband met de sluiting van de rechtbank vanwege Corona;
- de reactie van de VvE en [A] (met 5 producties) ingediend op 2 september 2020;
- de aanvullende producties 43 tot en met 59 ten behoeve van de mondelinge behandeling van [verzoekster] ingediend op 9 september 2020;
- de mondelinge behandeling op 10 september 2020 waarbij
[verzoekster] , bijgestaan door mr. Janssen voornoemd, en [A] , als bestuurder en stemgerechtigde, bijgestaan door mevrouw Janssen voornoemd zijn verschenen en het woord hebben gevoerd;
- de akte van de VvE;
- de antwoordakte van [verzoekster] .
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Bij notariële akte van splitsing van 22 september 1982 (hierna: de akte van hoofdsplitsing) heeft de Nederlandse Aannemers- en Bouw Onderneming “NABO
Utrecht” B.V., gevestigd te Utrecht (hierna: NABO), destijds eigenaresse van het perceel bouwterrein gelegen te [vestigingsplaats] aan de [straat] , waar thans het onderhavige appartementencomplex op staat, de eigendom van dit appartementencomplex gesplitst in twee appartementsrechten:
- het appartementsrecht (index 1.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van – kort gezegd – een woningencomplex; en
- het appartementsrecht (index 2.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een complex parkeerruimten.
2.2.
Bij de akte van hoofdsplitsing is tevens de (hoofd)vereniging [VvE Complex] opgericht (hierna: de VvE Complex).
2.3.
Op 22 september 1982 is eveneens een notariële akte van ondersplitsing verleden, waarbij NABO het voornoemde appartementsrecht index 1 van de hoofdsplitsing heeft gesplitst in 32 appartementsrechten. Bij deze ondersplitsing is de [VvE] (de VvE) opgericht.
2.4.
De huidige bestuurder van de VvE is [A] .
2.5.
[verzoekster] is rechthebbende van 1 van de 32 voornoemde appartementsrechten gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , kadastraal bekend als gemeente [gemeente] sectie [sectie] nummer [nummer] .
2.6.
In de akte van hoofdsplitsing is het reglement van splitsing opgenomen.
2.7.
De akte van ondersplitsing bevat eveneens het reglement van splitsing (hierna: het splitsingsreglement). In het splitsingsreglement zijn, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“E. Jaarlijkse exploitatierekening en begroting en te storten bijdragen
Artikel 18.
1. a. (…)
3.b. Na afloop van elk boekjaar wordt ter berekening van de na te vermelden definitieve bijdrage door iedere eigenaar verschuldigd, door de administrateur een exploitatierekening opgesteld over dat boekjaar en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. In deze rekening zullen de schulden en de kosten van dat boekjaar worden opgenomen.
4. (…)
II. Vergadering van eigenaars
Artikel 32.
(…)
6. (…)
De oproeping ter vergadering vindt plaats met een termijn van acht vrije dagen en wordt verzonden naar de werkelijke of, in overeenstemming met artikel 15 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, gekozen woonplaats van de eigenaars; zij bevat de opgave van de punten der agenda alsmede de plaats van de vergadering.
(…)
2.8.
In de “taakomschrijving bestuurder VvE Woongebouw” is onder meer het volgende opgenomen:
Vergader
(…)
Minimaal 4 weken voor de vergaderdatum moeten de leden een conceptagenda ontvangen hebben.
De leden kunnen tot ontvangst van de definitieve agenda wijzigingsvoorstellen insturen.
Minimaal 2 weken voor de vergaderdatum moeten de leden de definitieve agenda ontvangen hebben.
(…)
2.9.
Op de vergadering van de VVE van 17 december 2019, hierna: de vergadering, zijn onder meer de volgende besluiten genomen:
7. goedkeuren van de exploitatiebegroting 2020 waaruit het - voorlopige - bedrag van ieders eigen bijdrage in de gemeenschappelijke kosten volgt.
Voorstel: het totaal van de eigenaarsbijdragen in de begroting gelijk laten zijn aan die van 2019.
uitslag stemming: 3 onthouden zich, 1 is tegen, 16 zijn voor: het voorstel is aangenomen.
19.15.
ontslag bestuurder
Uitslag stemming: 1 voor, 19 tegen: het voorstel is verworpen.
2.10.
In de notulen van de vergadering zijn de volgende door [verzoekster] voorgestelde agendapunten vermeld:
19.2.
schoonmaak galerij 4e verdieping conform splitsingsakte (verzoek schoonmaak binnen twee weken)
19.4.
schilderwerk houtwerk galerijkant - herstellen 4e verdieping conform Sikkens - spoedig
19.5.
HWA-pijp schilderwerk - besluit en kosten Nabo
19.6.
asbestinventarisatie t.b.v. vervangen balkonbedekking en dak. Op basis van een asbestinventarisatierapport (SGS) kan
(kantonrechter: kunnen)de offertes vergeleken worden.
19.7.
vervangen van asbesthoudende dak/gevel in 2020.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoekster] verzoekt de besluiten van de vergadering inzake de punten 7, 19.2. tot en met 19.7. en 19.15. tot en met 19.17. te vernietigen dan wel nietig te verklaren.
3.2.
[verzoekster] verzoekt tot vervangende machtiging van haar om op grond van artikel 5:121 BW:
- de galerij en de luifels van de 4e verdieping schoon te laten maken;
- het schilderwerk op de 4e verdieping te laten herstellen;
- een asbestinventarisatierapport te laten uitvoeren en de asbesthoudende dak/gevel te laten vervangen en isoleren;
- een extern bestuurder en beheerder te benoemen.
3.3.
[verzoekster] verzoekt de VvE de komende vijf jaar te verbieden [A] een bestuurs- of beheersfunctie binnen de VvE te laten bekleden.
3.4.
Ten slotte verzoekt [verzoekster] de VvE, [verzoekster] daarvan uitgesloten, te veroordelen in de kosten van het geding.
3.5.
De VvE en [A] voeren verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

ontvankelijkheid
4.1.
In beginsel is de rechtbank bevoegd te oordelen omtrent de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van een besluit van een orgaan van een rechtspersoon (ex art. 2:14 en
art. 2:15 BW). Volgens het bepaalde in art. 5:130 BW geschiedt – in afwijking van art. 2:15 lid 3 BW – de vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door een uitspraak van de kantonrechter. Voor het laten vaststellen van de nietigheid van een besluit ontbreekt echter een soortelijke, afwijkende regeling.
4.1.1.
Dit heeft strikt genomen tot gevolg dat voor het laten vaststellen van de nietigheid van de onderhavige besluiten een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank moet worden gevolgd. Echter, ingeval de kantonrechter zich niet bevoegd zou achten om over de nietigheid te oordelen, zou dit tot gevolg hebben dat de onderhavige zaak, voor dat gedeelte, naar de rechtbank (sector civiel) ter verdere behandeling moet worden doorverwezen. De consequentie hiervan zou zijn dat twee verschillende rechters over hetzelfde besluit en hetzelfde samenhangend feitencomplex zouden moeten oordelen. Deze weergegeven gang van zaken rijmt niet met het uitgangspunt zoals dat door de wetgever voor de dagvaardingsprocedure is vastgelegd in artikel 94 Rv, te weten dat samenhangende zaken vanuit een oogpunt van doelmatigheid zo veel mogelijk door één en dezelfde rechter moeten worden behandeld en beslist. Dat sprake is van samenhang tussen de verzoeken tot nietig verklaring en vernietiging is evident: het betreft dezelfde besluiten en [verzoekster] heeft zich voor de nietigheid en vernietiging beroepen op dezelfde feiten en omstandigheden. Bovendien is de achtergrond van art. 5:130 BW dat de wetgever van belang heeft geacht dat een vereniging van eigenaars en alle leden er belang bij hebben zo spoedig mogelijk, op een zo eenvoudig mogelijke manier en zonder hoge kosten, te weten of een bepaald besluit rechtsgeldig is of niet. Splitsing van de oordelen omtrent nietigheid (bij dagvaarding bij de rechtbank) en vernietigbaarheid (bij verzoekschrift bij de kantonrechter) is in strijd met die bedoeling. Het is voor (leden van) de VvE daarbij niet eenvoudig uit te maken of een bepaald mankement aan een besluit tot nietigheid dan wel vernietigbaarheid van het besluit leidt, nu een besluit dat in strijd is met de akte van splitsing nietigheid meebrengt, maar vernietigbaarheid in het geval het om schending van de in de akte van splitsing opgenomen voorschriften voor de totstandkoming van besluiten gaat. Vanuit dat oogpunt is eveneens onwenselijk dat niet in één procedure beide grondslagen zouden kunnen worden beoordeeld. Ook in een uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch werd zowel een beslissing gegeven op een beroep op nietigheid als op een beroep op vernietigbaarheid
(zie Hof ’s-Hertogenbosch, 17 juli 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:2183).
4.1.2.
Gelet op het vorenstaande en vanuit proceseconomische oogpunt, acht de kantonrechter zich in de onderhavige zaak (ook) bevoegd kennis te nemen van het verzoek ten aanzien van de nietigheid van de besluiten.
niet voldaan aan de taakomschrijving bestuurder
4.2.
[verzoekster] stelt dat de uitnodiging voor de vergadering te laat is verzonden, daarbij geen concept-agenda was gevoegd, de leden niet is verzocht agendapunten in te brengen en dat de definitieve agenda te laat is verstuurd.
De kantonrechter overweegt als volgt. In het splitsingsreglement en de taakomschrijving bestuurder zijn verschillende termijnen bepaald voor de oproeping voor een vergadering van de VvE. [A] heeft op 20 november 2020 aangekondigd dat de vergadering van eigenaars op 17 december 2019 zal plaatsvinden. [A] heeft de definitieve agenda op 8 december 2019 naar de eigenaars gestuurd. In artikel 5:112 lid 2 onder d BW is bepaald dat de statuten de wijze van bijeenroeping van de vergadering van eigenaars moet bevatten. De statuten worden gelijkgesteld met wettelijke bepalingen, zodat hetgeen daarin bepaald is voorgaat boven hetgeen is bepaald in de taakomschrijving bestuurder. [A] heeft ruimschoots voor 17 december 2019 de vergadering van eigenaars aangekondigd. Daarnaast heeft [A] de definitieve agenda acht vrije dagen voor de vergadering opgestuurd, zoals in het splitsingsreglement is bepaald. De bijeenroeping heeft rechtsgeldig plaats gevonden, zodat aan het verweer van [verzoekster] zal worden voorbij gegaan.
vernietiging c.q. nietig verklaring van het besluit de exploitatiebegroting van 2020 en de bijdragen van de leden in de gemeenschappelijke kosten vast te stellen
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Ter beoordeling ligt de vraag voor of het besluit tot goedkeuring van de exploitatiebegroting van 2020 moet worden vernietigd, dan wel nietig verklaard. Volgens het bepaalde in art. 2:14 BW is een besluit van een rechtspersoon dat (door inhoud of strekking) in strijd is met de wet of de statuten nietig. Het splitsingsreglement maakt onderdeel uit van de akte van splitsing. Deze akte van splitsing wordt ingevolge art. 5:129 lid 1 BW, voor de toepassing van art. 2:14 BW, gelijkgesteld met de statuten.
4.4.
In de akte van hoofdsplitsing is in artikel 32 bepaald dat er jaarlijks een vergadering van eigenaars moet worden gehouden. In artikel 5:127 lid 3 BW is bepaald dat de stem van de appartementseigenaar wiens recht in appartementsrechten is gesplitst, toekomt aan de gerechtigden tot de appartementsrechten. Het uitbrengen van de stem in de vergadering van eigenaars van de door de hoofdsplitsing ontstane appartementsrechten geschiedt door het bestuur van de bij de ondersplitsing opgerichte vereniging van eigenaars. Daarnaast zijn de eigenaars van de ondersplitsing bevoegd om de vergadering van de hoofdsplitsing bij te wonen.
4.5.
[A] heeft tijdens de zitting verklaard dat in de goedgekeurde exploitatiebegroting over 2020 ook de gemeenschappelijke kosten voor het complex zijn opgenomen. Hij heeft tevens verklaard dat hij gewoonlijk na een vergadering van de VvE waarin de begroting voor het complex en dus feitelijk van VvE Complex is vastgesteld, telefonisch contact opneemt met [naam] B.V., de huidige eigenaars van het appartementsrecht (index 2.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een complex parkeerruimten over de door de VVE.
4.6.
De VvE is niet bevoegd om te besluiten over de begroting en de kosten van de VvE Complex. Indien sprake is van een hoofdsplitsing en een ondersplitsing dient een onderscheid gemaakt te worden tussen beide VvE’s. Dat te maken onderscheid geldt in deze zaak voor de VVE Complex en de VvE. Beide VvE’s hebben een eigen begroting en dienen die beide afzonderlijk vast te stellen. De VvE is niet bevoegd om over de begroting van VvE Complex besluiten te nemen. Niet gebleken is dat VvE Complex enige bevoegdheid heeft verleend aan de VvE. Het is de kantonrechter niet gebleken dat er een vergadering van eigenaars van VvE Complex heeft plaatsgevonden, zoals is bepaald in de statuten en de wet. Omdat het besluit tot vaststelling van de exploitatiebegroting voor 2020 feitelijk betrekking heeft op het complex, en daarmee strekt tot vaststelling van de begroting over 2020 van VvE Complex, is sprake van een vernietigbaar besluit omdat de VvE daartoe niet bevoegd is. Het besluit tot vaststelling van de begroting voor 2020 en de bijdragen van de leden van de VvE in de gemeenschappelijke kosten zal daarom nietig worden verklaard.
schoonmaakwerkzaamheden en schilderwerk, asbestinventarisatie en vervanging en isolatie dak/gevel
4.7.
Uit de notulen van de vergadering blijkt dat deze punten zijn besproken tijdens de vergadering maar niet dat daarover besluiten zijn genomen.
De feitelijke grondslag van de verzoeken van [verzoekster] is dat tijdens de vergadering besloten is geen schoonmaakwerk, schilderwerk, asbestinventarisatie en vervanging en isolatie van dak en gevel te verrichten. Het niet in stemming brengen van een door [verzoekster] voorgedragen agendapunt over voornoemde onderwerpen is niet gelijk te stellen met een door de vergadering van VvE genomen besluit tot afwijzing van hetgeen [verzoekster] met haar agendapunt(en) heeft beoogd. Dit betekent dat de verzoeken van [verzoekster] ten aanzien van deze onderwerpen feitelijke grondslag mist om de eenvoudige reden dat van enig besluit daarover geen sprake is.
ontslag bestuurder, benoeming nieuwe externe bestuurder en externe beheerder
4.8.
De VvE heeft ter vergadering met 19 stemmen tegen en één stem voor gestemd over het voorstel tot ontslag van de bestuurder. De vergadering heeft het voorstel tot ontslag van de bestuurder met overgrote meerderheid verworpen. Dat [verzoekster] het niet eens is met dit besluit, betekent niet dat dit besluit vernietigbaar is laat staan dat de kantonrechter de bevoegdheid toe zou komen de heer [B] als bestuurder te benoemen. Daarbij komt dat de door [verzoekster] aangevoerde feitelijke gronden reeds onderwerp van een procedure zijn geweest waarin de kantonrechter op 11 december 2019 een beschikking gewezen heeft. In die beschikking is eenzelfde verzoek van [verzoekster] haar een vervangende machtiging te verlenen om een nieuw (extern) bestuur te vormen afgewezen, zodat hier niet opnieuw over kan worden beslist. Dit geldt eveneens voor het verzoek van [verzoekster] de VvE te verbieden [A] de komende vijf jaar een bestuurs- of beheersfunctie te laten bekleden. Ook dat verzoek heeft dezelfde feitelijke grondslag waarover de kantonrechter reeds in zijn beslissing van 11 december 2019 heeft beslist. Ne bis in idem verzet zich tegen een tweede beoordeling.
ten aanzien van de proceskosten
4.9.
Nu partijen over en weer in het (on)gelijk worden gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart het besluit van (de ledenvergadering) van de VvE van 17 december 2019
om de exploitatiebegroting voor 2020 goed te keuren en het totaal van de eigenaarsbijdragen in de begroting gelijk laten zijn aan die van 2019nietig;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M.M. Steenberghe, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. van Wegen, kantonrechter, op 19 november 2020.