In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de Belastingdienst / Toeslagen behandeld. Het besluit waartegen eiser in beroep gaat, is genomen op 30 september 2019. Eiser heeft zijn beroepschrift echter pas op 16 januari 2020 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken valt. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift te laat is ingediend en dat er geen geldige redenen zijn om deze termijn te verlengen. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet tijdig teruggebeld is door de Belastingdienst voor nadere uitleg, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om de termijn te verlengen. De verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van het beroep ligt bij eiser, en hij had ook een pro-forma beroep kunnen indienen om zijn rechten te waarborgen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en doet geen inhoudelijke uitspraak. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 november 2020.