In deze zaak heeft de officier van justitie hoger beroep ingesteld tegen het bevel van de rechter-commissaris tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De raadkamer van de Rechtbank Midden-Nederland heeft op 22 oktober 2020 het bevel van de rechter-commissaris vernietigd en geoordeeld dat de voorlopige hechtenis onverwijld ten uitvoer moet worden gelegd. De verdachte, geboren in 1992 in Suriname, was niet aanwezig tijdens de zitting, net als zijn raadsvrouw, mr. A. Yüksel, die haar standpunt schriftelijk had medegedeeld. De officier van justitie, mr. R. Lemstra, was wel aanwezig en heeft de noodzaak van voorlopige hechtenis benadrukt, gezien de ernst van de verdenking en het recidivegevaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan en dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet opwegen tegen het maatschappelijk belang. De rechtbank heeft het hoger beroep gegrond verklaard en het schorsingsbevel vernietigd, maar verzocht om een schorsingsrapportage van de reclassering voor toekomstige overwegingen.