ECLI:NL:RBMNE:2020:6004
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door bestuursorgaan inzake verzoek om inzage
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de korpschef van politie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op een verzoek om inzage. De rechtbank had eerder, op 12 maart 2020, bepaald dat de korpschef binnen zes weken een nieuw besluit moest nemen. Eiser stelt dat de korpschef deze termijn heeft overschreden, waardoor hij in beroep is gegaan. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de korpschef op 20 april 2020, binnen de gestelde termijn, heeft beslist op het verzoek om inzage.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat de zaak op basis van de ingediende stukken kon worden beoordeeld. De rechtbank heeft ook verduidelijkt dat, hoewel de feitelijke uitvoering van het besluit door de coronamaatregelen nog niet heeft plaatsgevonden, dit geen invloed heeft op de ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de korpschef binnen de door de rechtbank gestelde termijn heeft beslist.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. V.E. van der Does en is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2020. Eiser heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.